J i; IT I cJ O. II, c n r J p z) I r UJ- door Ed Brodie Wilhelmus Deyl een ex-Gadjah Merah militair, werkte als tuin- employé in suikerfabriek Watutulis en koos er in 1952 voor Warga Negara Indonesia te wor den. Frans, de oudste zoon en zo blond als een Hollandse jongen uit Friesland, was leerling van de Meerpaalschool in Surabaya. Frans is een oud-klasgenoot van mij. Hij loopt mank, zijn rechter been is korter dan zijn linker. Geld Frans' vader stierf in 1962 en nie mand bekommerde zich meer om zijn vrouw en drie zonen. Gelukkig had hun vader toen hij nog werkte een huisje en later sawahgronden gekocht in de omgeving van hun desa. Frans, Carel, Jan en hun moeder verhuis den direct na de dood van hun vader naar dat huisje in Wonoayu en toen begon eigenlijk de ellende. Geen inkomsten meer; Frans was gedwongen van school te gaan en hij probeerde voor zijn moeder en twee broertjes te zorgen. Frans nam het initiatief om zelf groenten te verbouwen en te verkopen. Hij begon met heel veel pijn en moei te, vroeg hier en daar advies aan echte Javaanse boeren en werd soms uitgelachen door de plaatse lijke desabewoners. Maar Frans dacht alleen maar aan één ding: geld. Geld voor zijn moeder en twee broertjes. Hij had immers geen keus, hij moest verder gaan, verder leven en vechten voor zijn bestaan! Hij ontpopte zich tot een echte beroeps tani-man en begon ook met het verbouwen van rijst. Net als zijn vader de suikerplanter hoopte hij elke keer op een goede oogst en die goede oogst kwam oen Wilhelmus Deyl in 1QÓ2 overleed, bleven zijn Javaanse vrouw en drie zonen brans, Carel en Jan alleen achter in desa Wonoayu dicht bij Krian. brans Deyl is eett oud-hlasgenoot van mij. Mijn broer Les en ih zagen hem na zo n veertig jaar weer terug, in maart 2002. elke keer terug! Frans verkocht zijn rijst en groenten aan de coöperatie in zijn desa, maar ook rechtstreeks aan de rijst- en groentehandelaren. Kortom, Frans verdiende lekker en ze konden ervan leven. Frans werd een bekende tani en in Wonoayu noemen ze hem Bung Pran petani Blanda. broer Frans de Hollandse tani-man. Frans trouwde met de Javaanse Musripah en ze kregen drie kinderen: Willy Yulianto, Maria - inmiddels getrouwd met een journalist van het blad Tempo - en Christine. Maart 2002, het was ongeveer twee uur in de middag. Na veel gevraag en gezoek arriveerden Les, mijn broer, en ik ten slotte toch in desa Wonoayu. Frans werd door zijn buren gewekt en ze vertelden hem dat twee vrienden van hem uit Holland hem graag wilden ontmoe ten. Toen Frans zijn voordeur open deed stonden ineens mijn broer en ik voor zijn neus. Frans moest even nadenken, maar al heel snel herkende hij mij en mijn broer Les. Hij liet ons binnen en een half uurtje daarna kwam Carel ook het huis binnen lopen. Het werd gezellig in zijn huisje en we spraken over vroeger, die ouwe leuke tijd. We kregen koffie, pisang goreng en vruchten en we bleven kletsen tot een uur of vijf. 'Ik wil graag naar Holland, altijd al, maar ik weet niet hoe,' vertelde Frans ons. 'Mijn pa zat bij de Gadjah Merah en is in 1952 Warga Negara Indonesia, Indonesisch staatsburger, geworden. Had hij dat maar niet gedaan, dan zaten wij nu ook net als jij in Holland. Is er echt niets te rege len om weer Nederlander te wor den?' Mijn broer en ik vertelden hem dat het tegenwoordig heel moeilijk is om Nederlander te worden, maar we zul len ons best doen om in Holland navraag te doen, per slotte van reke ning heeft hij een Indische vader die tot en met 1952 de Nederlandse nationaliteit bezat. We beloven niets Frans, maar we doen ons best! We stonden op en namen afscheid van de gebroeders Deyl, Frans en Carel. Met tranen in hun ogen wen sen ze ons het beste toe, en we moes ten de groeten doen aan alle bekenden in Holland. 'Ed, doe je echt moeite voor ons, we willen echt serieus naar Holland gaan', zei Frans met een serieus gezicht. Ik knikte wat twijfelachtig en zei tegen hem dat we ons best zullen doen. Al zwaaiend in die brandende zon voor zijn huisje in Wonoayu, zagen we Frans meer en meer ver dwijnen achter de bosjes van zijn desa. 'Het is niet eerlijk, wij gaan straks lekker weer naar ons mooi huisje in Nederland, naar onze vrouw en kin deren die het zo goed hebben,' zei mijn broer Les, 'en die Bung Pran maar ploeteren in de sawah's onder die brandende zon en maar hopen op een goede oogst!' moessQn Naar I lol Li ml 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 18