Spiegël van de Indiscli-Nederlandse Poëzie
samengesteld door Bert Paasman en Peter van Zonneveld
Kester Freriks (Djakarta 1954) is
vooral bekend als schrijver van
proza en toneel. Zijn debuut,
Grand Hotel Lembang, verscheen
in 1979. Een uitgebreide versie
van deze verhalenbundel werd in
1998 gepubliceerd onder de titel
Eeuwig Indië. Ook zijn biografie
over Maria Dermoüt is niet onop
gemerkt gebleven. Maar wie kent
zijn gedichten? In 1997 verscheen
Lippenroodeen bundel van vijfen
twintig verzen. Daarin staat ook
een Indisch gedicht over een
bekend thema, heimwee naar
tempo doeloe, op eigen wijze
verwoord.
Portret van een Indisclie dame
Den Haag
Zij zou mijn moeder kunnen zijn,
nooit weer geziene eilanden zwevend
voor haar ogen, iets van voorbijgaan
en sterven ook, het was herfst
en het leven ging voorbij.
Zo'n dag in het stralende zonlicht,
nu in wonderlijk tere, uitgewiste kleuren.
Er toch vanuit de verte naar willen kijken.
Het is allemaal in het verleden verzonken,
schaduwbomen, galerijen, er is hier geen balsem
gemaakt als daar van alles wat koel is: bronwater
en schaduw. De fluisterverhalen 's nachts.
Een verlangen terug naar die tijd,
maar het is niet goed
het nieuwe te verloochenen voor het oude.
Zie haar gaan. Het is alsof in haar hoofd
een kleine open stilte ligt,
telkens weer de herinnering, telkens.
Stella
46 ste jaargang - nummer 12 - juni 2002
33