Mijn vad er door Jessica Baro Een vader en zijn dochter op het strand aan de Stille Zuidzee. Bedenkelijk kijkt hij naar het plafond en van daaruit via de muur naar de vloer. Hoe is het mogelijk, niets is hier waterpas, zie je hem denken. Mijn vader is bezig met het plaatsen van een wandkastsysteem in mijn slaapkamer. Om het systeem goed te kunnen plaat sen, moeten muren, plafond en vloer waterpas zijn. En dat is iets teveel gevraagd voor een huis uit 1905. Maar.een ervaren doe-het-zelver laat zich niet gauw uit het veld slaan. Ook deze keer beschaamt hij het rotsvaste vertrouwen dat ik sinds vroeger in hem heb niet; binnen een uur heeft hij het probleem opgelost. Mijn vader... nog steeds raadpleeg ik hem als ik ergens niet uitkom. Nooit geeft hij mij een antwoord, wel alle opties. Want keuzes maak je zelf, is zijn gedachtegang. Van jongs af aan gaat hij zo met ons om. Hij wil name lijk het beste voor zijn kinderen, en wat is er beter dan dat ze zelfstandig kun nen functioneren en zelf verantwoor delijkheid nemen voor hun daden. Mijn vader... in Indische kringen aan de lange kant, voor Nederlandse begrippen juist klein van stuk met zijn 1.74 meter en slanke postuur. Voeg hierbij zijn getinte huid en de discrimi nerende opmerkingen hierover toen hij pas in Nederland was (1958), en je begrijpt meteen zijn gedrevenheid. Gedrevenheid om de Nederlandse bui tenwacht te laten zien dat ze hem, een kleine gekleurde man, niet moeten onderschatten. Hard werken en knok ken tegen vooroordelen hebben hem van niets gebracht tot waar hij nu is: in de directie van een multinational. Nog altijd dwingt zijn verschijning respect af bij zakenrelaties: een kleine Indo, met verstand van zaken, in een goed gesneden pak en een accentloze uit spraak. Ik ben trots op hem. Mijn vader... zo lang hij er is voel ik me veilig. Hij voelt mij aan als geen ander, weet wanneer ik niet lekker in mijn vel zit en belt op de goede momenten op. Ik kijk naar hem. Nog steeds een energieke man. Maar toch... zijn zwarte haren beginnen grijs te kleuren. Zijn huid bij zijn oren is niet meer zo strak als vroeger. Hij wordt ouder. Hoe lang zal hij er nog zijn? 41 46 ste jaargang - nummer 12 - juni 2002

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 41