Zwijgen is
ook een taal
Ik heb een fan. Hij is drieëntachtig, maar
dat zie je hem niet aan. Hij komt naar
mijn lezing in Het Indisch Huis en hij
vraagt of ik op de Pasar Malam nog een
karwei heb en hoe laat. Dan komt hij
langs. Laatst vertelt hij dat Indische
mensen de naam hebben zwijgers te zijn,
maar Hollandse mensen gedragen zich
precies hetzelfde. Die weten ook hoe ze
hun mond moeten houden of flink te
praten en achter dat geluidsmasker hun
ware gedachten te verstoppen. 'Zwijgen is
helemaal niet erg,' zegt mijn fan. 'Zwijgen
is ook een taal. Je weet hoe het zwijgen
bedoeld is.' Hij kan de stiltes blijkbaar
interpreteren. Is het heerlijk stil? Is het
armoedig stil? Is het een stilte die voor
altijd geprolongeerd moet worden? Is het
een kwestie van gesprekstechniek, zo van:
als ik stil blijf moet jij praten en wie weet
welke informatie je er per ongeluk
uitgooit.' Er zijn natuurlijk ook recepties of
bijeenkomsten waar je moet laten zien
hoe knap je kunt babbelen. Bij het idee
alleen al sla je dicht. In zo'n geval luidt
mijn advies: schrijf een paar
sleutelwoorden die de onderwerpen
moeten aangeven in de binnenkant van
uw hand. U raadt het al. Daar komt de
uitdrukking 'handen tekort komen'
vandaan. Als u dit stukje leest zijn mijn
invaldagen bij het basisonderwijs geteld.
Ik begrijp nu volkomen waarom er
leerkrachten te weinig zijn, maar een
leerzame periode was het wel. Ik kan u nu
ook een voorbeeld geven van jong
Hollands zwijgen. Invalkrachten zijn niet
geliefd, want ze doen het niet net zoals
de eigen onderwijzer, maar ja, de juf of
meester wil een dag naar de stad of de
schilder ontvangen of op wintersport.
Meisje S., vervroegd puber, heeft volledig
de rug naar invaljuf Jill gekeerd, armen op
de tafel achter haar geplant en ze praat.
Als je niet mag praten wil je juist graag.
Zo werkt dat. Na een paar keer
waarschuwen loop ik naar S. 'Ga eens
staan.' Ze doet het. Ik draai haar stoel om
en schuif hem richting bedoelde tafel. S.
gaat zitten. Kop richting goede kant. Even
later staat buurvrouw A. (van S.) met haar
meest oprechte pokerface bij mijn tafel.
'Juf, je hebt de stoel van A. zo hard tegen
de tafelrand geduwd dat A. nu buikpijn
heeft.' A. kijkt mij verwachtingsvol aan.
'Welja,' roep ik, 'probeer me maar zwart
te maken met onwaarheden, ledereen in
de klas moet weten hoe je door mij
mishandeld wordt. Vertel het ook door
aan de ouders!' Aan de stilte van de klas
hoor ik dat A.en S. niet geloofd worden.
A. schrikt zich de bulten. Haar eigen
moeder heeft zo'n volume niet en
bovendien verpakt ze de boodschappen
anders. Even later staat pokerface A. weer
bij mijn tafel: 'Juf, het is wel waar. Ze
heeft buikpijn, anders zou ze toch niet zo
zitten te huilen.' 'Ga zitten, A.' Even later
staat S. bij mijn tafel. Zwijgend. Gebogen
hoofd. Ik begrijp dat het hier om een
bekentenis gaat. 'Het is niet waar, hè.' S.
schudt het blonde hoofd. 'Oké,' zeg ik. S.
gaat zitten. S. en A. praten niet meer met
elkaar. De volgende dag was ik er weer,
want de ene dag had de onderwijzer de
loodgieter en de tweede dag kwam de
verwarmingsman. Ik sta bij de deur en A.
komt eraan. Ochtendwit. De school begint
om 8.15 uur. 'Zo,' zeg ik, 'het was niet
waar hè, van S.' Ze kijkt me aan: 'Het was
wèl waar,' zegt ze met irritatie in de stem.
'Volgens S. is het allemaal verzonnen.' A.
voelt zich betrapt, wordt kwaad en loopt
stampend langs me heen het lokaal in.
Voetentaai.
Jill S t o 1 k
door Ciska Cress
Twee maanden geleden
schreef th dat ih met mijn
familie naar Sukabumi
ging. Nu hen ih weer terug
m Nederland. De tijd vliegt,
helemaal wanneer je geniet.
In het park Sukamantri,
waar wij logeerden, kregen
we als welkomstgroet es
kopi en lekkere risolles
kecil.
Het is de tweede keer dat ik in
Sukabumi ben. Voor mijn zuster
en zwager is het hun thuiskomen.
Zij hebben daar een huis laten
bouwen en willen daar op hun
oude dag permanent wonen. In de
tussentijd is het een mooie vakan
tiewoning. Ook de familie kan
hiervan meegenieten. In mei gin
gen ze naar Sukabumi om hun
nieuwe huis in te richten. Veel
spulletjes kopen, alles is zo lekker
goedkoop.
Ik zal verklappen waarom ik naar
Sukabumi ben gegaan. Het was
nog geheim maar nu alles rond is
ben ik blij het te kunnen vertellen.
Het park waar mijn zus en zwager
een huis hebben gekocht is nog in
opbouw. Er worden steeds meer
huizen gebouwd en er is een res
taurant. Maar er zijn nog niet
genoeg mensen om er een echt
restaurant van te maken. Nu heb
ik een paar jaar geleden een
Indonesisch restaurant helpen
opzetten in Aruba. Ik ben daar
bijna twee jaar geweest. Ik stelde
de menu's op en hielp de koks de
Indonesische keuken onder de knie
te krijgen. In het begin was de taal
een probleem voor me. Binnen een
paar weken sprak ik gelukkig vol
doende Spaans om de mensen uit
te kunnen leggen wat ik bedoelde.
moessQn
c u
14