i- Pïif- contact met Brimob en politie. Uiteindelijk vertrokken we met de auto van zuster Francesco naar Paso. Leonor en Martha gingen mee. Verder hadden we een chauffeur en vier poli tieagenten met karabijnen. Deze waren zorgvuldig uitgezocht. Een officier, drie manschappen. Christenen en moslims. Ik had een grote tas rijst, kof fie, thee, mie, sigaretten en andere spullen bij me. In Paso weigerde men ons met de speedboot naar Kailolo te brengen. Ze waren bang! Daarom besloten we naar Tulehu te rijden. De chauffeur ging niet mee. Het was hem niet kwalijk te nemen. Zijn collega was een paar maanden ervoor in Tulehu, toen hij er met een ander Nederlands team was, vermoord. Hij was bang geworden en uit de auto gegaan. In het dorp was hij vermoord. We spraken af bij elkaar te blijven. Een agent ging achter het stuur. Tijdens het rijden was er wat spanning. We deelden regelmatig sigaretten uit, de agenten speelden met hun karabijnen. Er was bijna geen verkeer onderweg. Bij aankomst op Ambon stond een kennis, in opdracht van bis schop Sol, op me te wachten. Hij had een auto gehuurd die ons naar het vertrekpunt van de speedbo ten bracht. Zo kwam ik in Benteng Bawah. Daarna een busje en we waren in Ambonstad. De prijzen die men voor deze transporten vroeg waren belachelijk hoog. Airslobar Ik boekte in bij mijn vaste guesthouse in Tanah Tinggi en begon mijn baga ge zo uit te pakken, dat voor elk geplande bezoek een stapeltje was. De komende week bleek dat Ambon wel erg klein geworden was. Verder dan Airslobar kwam je met de busjes niet. Van een militaire post mocht ik niet de vijftig meter naar mijn oude huis lopen. Ik moest terug naar Benteng, een speedboot nemen naar Amahusu en van daar met een busje of ojek naar Airslobar. Op mijn waag hoeveel de soldaten aan deze tocht verdienden, kreeg ik opdracht snel de boot te nemen. Ik sprak een paar mensen ter plaatse en vroeg of de mensen waar ik moest zijn nog in hun oude huis woon den en gaf mijn adres in Ambonstad. De andere bezoeken liepen ongeveer hetzelfde. Verder dan een paar hon derd meter kwam ik niet. Dus heb ik steeds maar mijn adres aan vreemden gegeven en verteld dat ik een bood schap had voor de betreffende familie. Een paar dagen later bleek dit goed te werken. Regelmatig werd ik gebeld of bezocht door de mensen die ik nodig had en uiteindelijk kon ik elke opdracht, die ik uit Holland had mee gekregen, uitvoeren. Ik heb nooit begrepen hoe dit systeem werkte. Maar het werkt en is zeer effectief! Kailolo Het bezoek aan Kailolo liep minder goed. De moslimleider Ali Salampessy, die mij een jaar ervoor naar Kailolo begeleidde, kon ik maar niet te pakken krijgen. Via twee Nederlandse Molukkers, Leonor Pattynasrany en Martha Likumahua, kwamen we in 47 ste jaargang - nummer 1 - juli 2002 23

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 23