te, wist voor mij op een of andere manier een paspoort te regelen. Nu lag de wereld aan mijn voeten.' Droomwens 'Op een dag hoorde ik dat personeel op de Willem Ruys aan het staken was. Er werden vrijwilligers gevraagd om die mensen te vervangen. Natuurlijk meldde ik mij onmiddellijk aan. Eindelijk zou mijn droomwens werkelijkheid worden. Vol ijver voer de ik met de andere vrijwilligers het opgedragen werk uit. Met spanning wachtten wij de verdere gebeurtenis sen af. Helaas, na een week kregen we te horen dat de staking was beëin digd en wij niet meer nodig waren. De dag van vertrek naderde. Ik wilde dit persé meemaken en het lukte een lift te krijgen naar Tandjoeng Priok, de haven. Er heerste een feestelijke drukte. Overal mensen met blijde gezichten. Zij gingen een onbekend avontuur tegemoet. Eerst een lange reis met veel bezienswaardigheden. En dan het land van belofte.' 'Eén van mijn vrienden zou met zijn ouders en broers samen meegaan op de Willem Ruys. Op de kade namen wij afscheid van elkaar. Zij liepen een trap op en bereikten over een brede, overdekte loopplank de buik van het schip. Ik tuurde naar de verschillende dekken. Zouden zij zich dadelijk ook aan de verschansing laten zien? Hoopvol keek ik omhoog. Nee, ze waren nog niet te zien. Opeens werd mijn aandacht getrokken door een matroos. Gek, het leek wel of hij naar me keek. En warempel, hij zwaaide naar mij. Ik zwaaide terug. Wie was dat nou en waar kende hij mij van? Ongeveer tien minuten later werd op mijn schouder getikt. Ik keerde mij om en keek in het vrolijk lachende gelaat van die matroos. "Stond u daarnet niet daarboven?", vroeg ik hem. "Ja, dat klopt. Ik zag alleen zo'n ver langende blik in je ogen, dat ik naar je toe ben gekomen. Zou je mee wil len?" 39 47 ste jaargang - nummer 1 - juli 2002

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 39