Veel mensen hebben vroeger in Nedarlands-Indië als kost ganger bij een familie in een grote stad gewoond. Voor de oorlog was bet heel gewoon dat mensen studenten en werknemers van bedrijven in de stad hielpen met hun behuizing. Zowel dit verschijn sel, a/s de uitdrukkingen 'in de kost en 'kosthuis zijn blij ven bestaan. In het moderne Indonesië gaat het merendeel van de studenten nog steeds indekos bij een rumah kos. door Oei Tat Ie Yogyakarta is dé studentenstad van Indonesië. Met zijn bijna zeventig universiteiten en hoge scholen kan Yogyakarta met recht de intellectuele hoofdstad van het land genoemd worden. Iilk jaar weer trekken duizen den eerstejaarsstudenten naar de stad op zoek naar een plek om te wonen. Betaalbare woonruimte dichtbij de campus is, net als in Nederland, schaars dus het exploiteren van een rumah kos in Yogyakarta is voor velen een lucratieve bezigheid. Zo ook voor de familie Witono. Vader Witono heeft een goede baan in Jayapura (Papua). Zijn twee doch ters wonen in een kosthuis in Yogyakarta dicht bij de campus. Deze rumah kos heeft vader voor 300 miljoen rupiah laten bouwen en telt tien kamers. Zijn twee studerende dochters zijn natuurlijk gratis inde kos. Naast hun studie runnen zij het kosthuis en verzorgen ze de kostgan gers. De meisjes leven van het kost geld dat de andere inwoners van het huis betalen. De acht meisjes die bij de zusjes Witono indekos zijn, beta-, len ieder 200 duizend rupiah per maand voor hun kamer. Vader en moeder Witono hoeven dus geen geld naar hun dochters te sturen. Naast pa Witono zijn er nog veel meer mensen die speciaal een stuk grond kopen in Yogyakarta om daar kosthuizen te bouwen. Vaak gaan deze huisjesmelkers na hun pensioen zelf in één van deze huizen wonen. Door de verhuur van deze huizen verdient de eigenaar aardig wat geld. De investeringen zijn er meestal na een jaar of tien weer uit. Rumah kos zijn er in alle soorten en maten. Welgestelde kostbazen kun nen hun kostgangers soms behande len alsof het hun eigen kinderen zijn. Dan kan je wel eens de eer te beurt vallen om het strijkijzer van de kost baas te mogen gebruiken. Maar erg fijn is ook dat - mochten je ouders laat zijn met het zenden van geld - je huisbaas je wat geld leent. Natuurlijk gaat het er niet in alle kosthuizen zo aan toe. De meeste rumah kos zijn stukken eenvoudiger en goedkoper. In de goedkoopste kosthuizen zijn de kamers vaak niet eens gemeubileerd. Geen bed, tafel of stoelen. Alleen een kot van twee bij drie. De badkamers zijn simpel: er is geen waterpomp, dus je moet zelf putten en iedereen moet op zijn beurt wachten om zich te kunnen wassen. Deze rumah kos kosten ongeveer vijftig duizend rupiah per maand. Wanneer een stu dent een televisie of een computer bij zich heeft, moet hij tien tot twintig duizend rupiah per maand bijbetalen voor de elektriciteit. Deze goedkope moessOn 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 18