BANDUNGSCHE MELKCENTRALE De Bandoengse Melkcentrale (foto: Moesson). Willem en Archibald naar Nederland. Willem doorliep de lagere en middel bare school in Den Haag en werkte daarna bij de fabriek van Stork. Na het overlijden van zijn moeder ging hij terug naar Nederlands-Indië, dat hem sterk aantrok. Hij kreeg werk op een plantage op Java, maar werd ontslagen tijdens de naoorlogse depressie van 1919 tot 1924. Hij werd letterzetter van een courant in Bandoeng en ging in de journalistiek, vooral voor sport en vervolgverhalen. Hij trouwde met Augustin, dochter van August Middleton en diens vrouw Imong. Willem en Augustin kregen een zoon, Alex Willem August, en drie dochters, Anna Archibaldine, Josette Georgina Constance (Joyce) en Irene Jacqueline Ilse. Het gezin beleefde in Bandoeng gelukkige jaren, totdat de zoon in 1930 overleed. Melkerij Omstreeks 1932 vroegen Antonio en Sandro Ursone van de Lembangse Melkerij of Nagel een stelsel wilde ont werpen voor de dagelijkse distributie van verse melk voor Bandoeng en omgeving. Hij vervulde deze opdracht en vond de melkerij op grote schaal gedreven zo interessant, dat hij inging op een aanbod van de Ursones om de leiding van hun tweede, middelgrote melkerij Alba bij Lembang op zich te nemen. De zeventig melkkoeien pro duceerden zevenhonderd liter melk per etmaal. Een topprestatie. De melkerij Tangkoeban Prahoe aan de voet van de gelijknamige vulkaan had 140 melkkoeien en negenhonderd liter per etmaal. Tamelijk gunstig. Oprichter en bestuurder was jhr. Louis Antoine Cornelius de Koek. Hij stamde af van generaal Hendrik Merkus de Koek, de tegenstander van Diponegoro in de Java-oorlog 1825-1830. Louis is gebo ren te Soerakarta in 1866 als tweede kind van jhr. Lodewijk Willem Gerrit de Koek (Buitenzorg 1831 - Den Haag 1878) en Antoinette Caroline Verburgh (Djokjakarta 1846 - Bandoeng 1920). Louis trouwde in 1891 met Louise Antoinette Rambaldo (Klaten 1869 - Bandoeng 1920). Louis was employé van de suikerfabriek Gempol Krep te Modjokerto en is in 1910, 1920 en 1930 vermeld als chef van de bibiton- derneming te Bandoeng en in 1938 te Lembang. In 1935 verkocht hij de mel kerij aan Willem Nagel. Willem Nagel vond in Klaas Siebe Jan Meyer, een Fries uit Drachten, een uit stekende vennoot. Meyer was veedes- kundige- en verzorger terwijl Nagel fungeerde als administrateur, zaken man en hereboer. Een veearts was zel den nodig op het bedrijf. Nagels dochter, mevrouw Joyce Reissner, die mij uitvoerig over het bedrijf heeft ingelicht, wees op de soortgelijk succes volle samenwerking tussen Louis Hirschland als administrateur en zakenman en Willem van Zijl als vee- deskundige op de Generaal de Wet boerderij. 47 ste jaargang - nummer 2 - augustus 2002 23

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 23