Het 1 regin Het vullen van de flessen melk in de Bandoengse Melkcentrale, 1940 (foto: Moesson In zes jaar tijd hebben Nagel Meyer een modelbedrijf voor melkerij en run der- en paardenteelt tot stand gebracht. Alleen Baroe Adjak en Generaal de Wet waren groter. Evenals op de meeste Westerse melkerijen was het vee van Nagel Meyer Fries-Hollands. Om de melkgift per koe te vergroten, impor teerden zij uit Nederland stamboekstie ren, die na bepaalde tijd werden vervangen. Hun bedrijf was een stalbe- drijf: melkvee en fokdieren stonden blij vend in ruime cementen stallen om de dieren tegen zonnewarmte en afkoeling te beschermen. Het jonge vee verbleef dag en nacht in hoger gelegen bergwei den. Voedsel bestond uit groenvoer, dagvers olifantsgras, melasse, over schotten van grondnoten, rijstpellerij uit lijnzaadkoeken gemengd met kalk en zout. Het melken geschiedde met de hand door melkers (geen melksters) De verse melk werd in metalen kannen dagelijks per vrachtauto naar de Bandoengsche Melkcentrale (BMC) vervoerd, daar gepasteuriseerd en in flessen getapt of verwerkt tot boter, kar nemelk of kaas. De BMC was in 1932 gesticht. Nagel fungeerde als bestuurs lid. Bezetting' Op 1 maart 1942 landden Japanse sol daten op van Java en rukten over Soebang en Lembang op naar Bandoeng. Het bedrijf van Nagel Meyer lag op hun marsroute en de bewoners moesten het ijlings verlaten. Het gezin Nagel is gastvrij verzorgd op de Generaal de Wet hofstede. De Nagels vonden na enige weken hun vee verwaarloosd, door diefstal uitgedund en de opstallen geplunderd terug. De schade herstellen lukte slechts ten dele. De Japanners interneerden de meeste bewoners van westerse boerderijen, maar niet de Afrikaner Louis Hirschland en de familie Nagel. Klaas Meyer was bij het uitbreken van de oorlog gemobiliseerd en krijgsgevange ne van de Japanners, onder meer bij Pakan Baroe op Midden-Sumatra. Ook voor de niet-geïnterneerden was de Japanse bezettingstijd moeilijk. Op hun boerderijen was geen gebrek aan melk, groenten en vruchten, maar wel aan andere levensmiddelen zoals kleding, schoeisel en bedrijfsbenodigdheden, zoals brandstof en auto's. De Japanse bezetter hief hoge belasting op de winst en liet hiervan weinig over voor de boe ren. Bersiap Tijdens de euforie na de Japanse capi tulatie op 15 augustus 1945 gingen de meeste geïnterneerden terug naar hun boerderijen. Zij werden daar spoedig slachtoffer van de Indonesische vrij heidsstrijders, de pemoeda's. In oktober 1945 werden de Afrikaners Louis en Joop Hirschland en Hertzog van Zijl op de Generaal de Wet boerderij ver moord. De Britse bezetters van Bandoeng drongen er toen bij de boe ren krachtig op aan, uit te wijken naar deze stad onder Britse bescherming. Midden november gaven Nagel en zijn gezin daaraan gehoor. Zij huurden een klein huis in Bandoeng. In maart 1946 breidden de Britten hun bezetting uit naar Lembang en omgeving. Daarna durfde Nagel met militair geleide weer geregeld zijn boerderij te bezoeken, waar het meeste personeel nog werkte en het vee verzorgde. Op Nagels verzoek werd zijn vennoot Meyer uit de militaire dienst ontslagen om zijn werk op de boerderij te hervatten. Meyer had de Japanse krijgs gevangenschap overleefd. Tussen november 1945 en maart 1946 heeft Nagel zich verdienstelijk gemaakt door aan de opsporingsdienst van het Nederlandse leger aanwijzingen van begraven slachtoffers van de Japanners en pemoeda's te geven. Dank zij hem zijn Louis en Joop Hirschland opgegra ven en op de algemene begraafplaats van Bandoeng plechtig herbegraven. De kist was bedekt met de oranje-wit-blau- we vlag van de Unie van Zuid-Afrika. De veiligheidstoestand bleef slecht en het gezin van Nagel keerde niet naar de boerderij terug. Op 29 december 1949 droeg de Nederlandse regering de soe vereiniteit over aan Indonesië. De ene boer na de ander verkocht zijn melkerij en emigreerde. Nagel en Meyer reeds in 1949. Meyer ging terug naar Nederland en overleed daar op hoge leeftijd. Naspel Nagel ging met zijn vrouw en een doch ter naar Hollandia op West Nieuw- Guinea, maar stichtte geen nieuwe melkerij. De Nederlandse autoriteiten gaven hem geen medewerking, veeleer tegenwerking. In 1959 gaf hij het op en ging met zijn echtgenote naar Nederland. Hij overleed te Zwolle op 5 november 1959, enige dagen na zijn aankomst in Nederland. Zijn dochter Joyce is in 1941 verloofd met de KNIL-luitenant Christoph Reissner. Hij kwam eind 1945 terug uit krijgsgevangenschap in Japan en zij trouwden in februari 1946 te Makassar. In 1947 trad Reissner uit het KNIL. Ze gingen in 1962 naar Nederland, waar Reisnner is overleden. Joyce en haar kin deren hebben geen band meer met Indonesië. Met dank aan Joyce Reissner-Nagel. 47 ste jaargang - nummer 2 - augustus 2002 25

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 25