I )e nicht van Uncle S am m oov <si *G« 100 th Indische vrouw wil Amerikaans staatsburger worden. Juul Lentze vertelt hoe dat kan lopen. Zoals velen van ons komt Christien Kitzmann-Keijner uit Indië. Ze doet haar meisjes naam eer aan, want ze kan goed koken. Geen wonder, ze is een nicht van de Keijner die het bekende boek door Juul Lentze schreef. Chris is een Semarangse, kwam naar Nederland, en emigreerde in 1980 met haar man naar Oregon in Amerika. Een jaar later verhuisden ze naar New Jersey waar we geregeld koempoelden in haar gezellige, echt Indisch aandoende huis, natuurlijk met veel makanan en lachen en zo. Het gesprek kwam dan wel eens op het Amerikaans staatsburgerschap. Ja, zij en haar man hadden erover nage dacht maar verder waren ze nog niet gekomen. Chris verloor haar man bij een auto-ongeluk, een vreselijke klap waar ze zich flink doorheen sloeg. Niet lang na ons kwam ze ook in Florida wonen, een paar uur rijden hier vandaan. Ze leefde helemaal op in het warme klimaat, met haar eigen sereh-, laos-, en djahé planten, plus djeroekbomen in haar tuin. VoLUsl ietl Christien hertrouwde, maar was nog steeds Nederlands onderdaan tot het staatsburgerschap weer eens te berde werd gebracht. Dit keer ging ze om advies over het hoe-en-wat om Amerikaans staatsburger te worden. Ze kreeg boekjes en goede raad hoe ze straks vragen moest beantwoor den betreffende de Amerikaanse geschiedenis, presidenten, wetten, en nog veel meer. Chris was doodze nuwachtig: 'Hoe ja? Ik moet zoveel weten', zei ze. 'Geef neks', zei de Indische gemeenschap, 'op z'n minst weet je wie de president is toch?' Makkelijk praten, dacht Chris en mompelde veel over Thomas Jefferson en Francis Scott Key, de man die de Star Spangled Banner schreef, het Amerikaanse volkslied. jjr an deze tien meisjes is waarschijnlijk niemand meer in leven die nog kan vertellen bij welke gelegenheid de foto genomen is. Het enige dat ik weet, is dat de foto afkomstig is van één van Indië's bekendste fotogra fen; de firma Charls Van Es Co. Een bedrijf dat tussen 1895 en 1940 voornamelijk in Batavia gevestigd was. Op grond van de kleding van de meisjes (allen in nette reformkleding - let op de hooggesloten kraagjes - en met een strik in het opgestoken haar) zou ik de foto dateren rond 1920 of misschien nog iets eerder. Vandaar dat het niet waarschijnlijk is dat iemand zichzelf herkent, maar misschien kan een van hun nazaten nog wat over de foto vertellen. Het voorste meisje heeft een boekje in haar hand dat op een zangbundeltje lijkt en dat zou kunnen duiden op een zangclubje of een kerkvereniging of iets dergelijks. Is er iemand die een van de tien meisjes herkent? Hans van der Kamp

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 8