Vooraan Maria Martha, links mijn moeder, ikzelf, mijn
zwager Jan en twee zielige paardjes, die zo bijelkaar wel
350 kilo moesten voorttrekken.
Natuurlijk zijn dat vooral recepten uit het land van herkomst,
Indonesië. Gerechten die nu nog overal in Indonesië bereid wor
den. Het was voor mij razend interessant om eens over de gren
zen van het Indische van 'toen froeher' heen te stappen en te
kijken wat daarvan terug te vinden is in het Indonesië van nu.
Heel even hebben mijn uitgever en ik lopen dubben of de ingre
diënten en receptnamen geschreven moesten worden in bahasa
van Indonesia of de oude spelling zoals ik gewend ben van mijn
vorige boeken. Het is de nieuwe spelling geworden en ik heb er
geen spijt van, want het is een heel ander boek geworden dan u
van mij gewend bent. In het begin had ik nog veel moeite met
bijvoorbeeld smoor daging en semur daging, ritja-ritja en rica-
rica, boemboe en bumbu en ook de Huiden worden anders
genoemd; lengkuas is laos, serai is sereh. Maar al met al ben ik er
toch uitgekomen met behulp van woordenboeken. Helaas heb ik
nog geen materiaal van het boek om te laten zien, maar volgende
maand zal het boek in pracht en praal getoond worden. Ik heb
wel weer twee recepten uit het nieuwe boek Selamat Makan.
Semur daging Jakarta
Benodigdheden:
4 aardappelen
3 dl slaolie om te frituren
500 gram mager rundvlees
2 rode uien
3 teentjes knoflook
200 gram margarine
3 dl water
3 eetlepels kecap manis
2 tomaten
Bumhu:
1 stukje lenkuas van 2 cm
1 schijfje gula jawa
2 blaadjes daun salam
5 kruidnagelen
1 theelepel nootmuskaat
zout en peper naar smaak
Bereidingswijze:
Schil en was de aardappelen en snijd ze in schijfjes. Verhit de
olie in een wajan en frituur hierin de aardappelschijfjes licht
bruin. Laat ze daarna uitlekken. Snijd het vlees in kleine stukjes.
Pel de uien en knoflook, haal het velletje van de lenkuas en wrijf
deze 3 ingrediënten met de gula jawa fijn in een cobek of maal
alles fijn in een foodprocessor. Laat de margarine in een pan
smelten totdat het bruist en fruit hierin eerst het vlees lichtbruin
en daarna het fijngewreven of gemalen mengsel licht. Voeg de
overige bumbu erbij en daarna het water. Breng het geheel aan
de kook. Voeg de kecap toe en was en snijd de tomaten in klei
ne stukjes en voeg deze ook toe. Laat het geheel op een zacht
vuur ongeveer twee uur sudderen totdat het vlees zacht is en de
saus iets ingedikt is. Voeg op het laatst de gefrituurde aardap
pelschijfjes toe en roer deze er voorzichtig doorheen. Verwijder
voor het opdienen de blaadjes salam en de kruidnagelen.
Terong bumbu Bali
Benodigdheden
1 grote of 2 kleine aubergine
2 rode uien
3 teentjes knoflook
3 rode lomboks
'/2 dl slaolie
2 eetlepels kecap manis
2 theelepels asam
1 '/2 a 2 dl water
2 jeruk limo
Bum lm:
1 stukje lengkuas van 3 cm
1 stukje jahe van 2 cm
2 blaadjes daun salam
1 spriet serai
1 theelepel terasi
2 theelepels suiker
zout naar smaak
Bereidingswijze:
Was en haal het bovenstukje van de aubergine, snijd deze
in de lengte doormidden en daarna in dikke plakken. Pel
de uien en knoflook, was en haal de steeltjes van de lom
boks en de velletjes van de lengkuas en jahe. Wrijf deze
ingrediënten fijn in een cobek of maal ze fijn in een food
processor. Verhit in een wajan de olie en fruit hierin het
mengsel en de overige bumbu licht. Fruit de aubergine
mee en voeg dan de kecap toe. Los de asam op in het
water en voeg dit eveneens toe. Was en snijd de jeruk
doormidden en doe deze erbij. Laat het geheel ongeveer
vijftien a twintig minuten op een zacht vuur sudderen.
Verwijder voor het opdienen de blaadjes serai en de stuk
jes jeruk. Geef bij de gerechten warme rijst. Veel plezier
met het bereiden van de recepten en vooral
Selamat Makanl Tot de volgende maand.
47 ste jaargang - nummer 4 - oktober 2002
15