Ferdinand van Bindsbergen. deel uitmaken van het landschap. Ik probeer altijd een zo onopvallend mogelijke plek in te nemen vanwaar ik de mensen kan observeren zonder dat ze last van me hebben. Ik wil graag de onbewaakte momenten vastleggen. De vrouw in de sawah die dromerig voor zich uitkijkt. De boer die na een dag hard werken even gaat zitten om uit te puffen. Alle mensen -knap of lelijk- zijn mooi om te schilderen. Het zijn vaak juist de onvolkomenheden die mensen zo mooi maken.' 'Het schilderij zelf maak ik meestal pas achteraf. Wanneer ik aan het observeren ben, neem ik alles in me op als een spons. Ik wil graag toe schouwer zijn. Ik wil onbevangen om me heen kunnen kijken. Later op een rustig plekje werk ik alles dan uit. Ik kan ook soms jaren later pas iets uit werken. Op een of andere manier lukt het me dan om die sfeer van het moment weer op te roepen. Ik heb de sfeerindrukken en de beelden dan nog in mijn hoofd zitten.' Communiceren 'Met mijn schilderijen wil ik com municeren met mensen. Ik wil reac ties uitlokken. Gesprekken aanknopen. Soms worden mensen zo verliefd op een schilderij dat ze bij me langskomen om het rustig te kunnen bekijken. Ieder schilderij heeft een verhaal en dat vertel ik dan. Soms vinden mensen het zo mooi dat ze het uiteindelijk kopen. Commercieel gezien stelt het niets voor. Maar het circuit van galeries en kunstwinkels hoeft van mij niet. Dat is zo onpersoonlijk.' 'Ik vind het juist leuk om te weten bij wie mijn schilderijen hangen. Uiteindelijk maak ik die schilderijen voor mezelf en niet voor het geld. Wanneer iemand mijn aquarellen heel erg mooi vindt is dat mooi mee genomen. Het is toch prachtig dat je iets maakt waarmee je andere men sen diep kan raken. Schilderkunst is toch een manier om mensen bij elkaar te brengen.' 47 ste jaargang - nummer 4 - oktober 2002 25

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 25