MeJihtioa from Florida Bamboe ff door Juul Lentze In Singosari toen, grenzend aan de kalie, stond een torenhoog bos van dichte bamboestoelen. Bamboe is een sierlijke, maar vooral nuttige plant te gebruiken voor zoveel dingen, dat leerden we al vroeg. Om onze djangkriks te behuizen, sneed kebon met zijn parang in de lengte de top af van een stukje holle bamboe. Er ontstond een open koker met schotten waar de gele schutbla deren hadden gezeten. Die werd het deksel. Perfectie. Kokki had een pantjoeran van bamboe die van een hoge waterbak naar haar afwasplaats leidde, haar baleh-baleh was van bamboe en ook heel wat van haar keukengerei. Voornaam natuurlijk waren de satestokjes, die zo geduldig geslepen en gepunt werden zoals je 't met een potlood deed. Maar aan de andere kant trapten we wel eens met onze blote voeten in een stuk oude bamboe en zaten dan met splinters in een voet en tranen in de ogen. Ook wanneer de bamboe net gekapt was, leerden we er met een boog omheen lopen. De haren waarmee zo'n enorme stengel bedekt was, waren uiterst fijn en drongen in je huid wat weer een geweldige jeuk veroorzaakte. Zo'n stengel bamboe werd in tientallen stukken gekapt, gespleten en tot stroken van verschil lende lengtes geslepen. Die stroken werden gebruikt om er onder andere een hek van te maken of plantjes mee te steunen. De donkergroene huid werd in dunne strips gesneden en als touw gebruikt dat oersterk was. We keken altijd vol belangstelling toe hoe de kebon al deze werkjes deed. De kokki kreeg de reboeng, de heel jonge bamboescheuten van onderaan zo'n bamboestoel, en die werden gebruikt voor de sajoer lodeh. Bamboe werd ook als brandhout gebruikt door de bevolking, maar niet door kokki, want het gaf veel rook. Wanneer ze 's middags haar vriendinnen opzocht aan de overkant van de kalie, liep kokki over een zwiepend bamboebruggetje terwijl wij voor haar uit renden. 'Djangan kepieset', waarschuwde ze ons, want dan zouden we van de ronde bam boestengels het water in glijden. Panclavoer Er was een tijd dat ze hier niet veel wisten over bamboe. Als je niet met bamboe bent opgegroeid, heb je er geen idee van wat je er allemaal mee kunt doen. Het is een snel groeiende en een zich even snel vernieuwende plant. De bekendheid van de Chinese pandabeer, die alleen bam boe eet, maakte dat de plant meer bekend werd, geloof ik. Maar het is niet langer alleen pandavoer. Zo plantte een slimmerd in Atlanta bamboe in zijn achtertuin voor decorative purposes en het groeide dat het een lieve lust was, het is after all toch een gras soort. Je kunt nagaan dat de man binnen de kortst mogelijke tijd tegen een bos aan stond te kijken! De buren klaagden dat het 'gras' te hoog stond en dat een gemeentewet ver bood dat gras meer dan 25 centime ter hoog mocht groeien. Ze kregen gelijk. De zacht ruisende, snelgroei ende bamboe moest opgeruimd wor den. Ha! Makkelijker gezegd dan gedaan. Dierentuin In wanhoop belde de man de die rentuin op om te vragen of ze daar bamboe wilden hebben voor de pan da's. Op een bevestigend antwoord kwam er een vrachtauto en werd bamboe uitgezocht dat goed genoeg was voor pandaconsumptie. Yang Yang en Lum Lum aten zich lekker rond, maar die meneer zat nog met een bamboebos. Erger nog, hoe meer bamboe hij kapte, hoe sneller het groeide. Ten einde raad huurde hij een paar houthakkers; het grapje kostte hem tweeduizend dollar. Moet hij nog oppassen, want de kleinste in de grond verscholen scheutjes groeien weer hemelhoog voordat hij het in de gaten heeft. Het is hier niet mogelijk om alle deugden en ondeugden van bamboe op te noemen. Het is een indruk wekkende, maar vooral nuttige plant, een gave van Moeder Natuur. In de dierentuin van Washington D.C. vierden kortgeleden de panda beren Tian Tian (vijf jaar) en Mei Xiang (vier jaar) hun verjaardag. Ze werden getrakteerd op verse bam boe, die ze met smaak verorberden. Ze weten wat lekker en goed voor ze is. We hoeven niet bang te zijn (hopen we) dat er ooit gebrek aan bamboe zal ontstaan, want het tiert welig en schijnt onuitroeibaar. Lang leve de bamboe! En tenslotte goed onthouden wat we erover leerden van r de kokki, de kebon en de panda's. Al. moessQ I huidig'

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 8