f Meditations y from Florida Magnoli door Juul Lentze Baboe woonde op het erf, zoals dat genoemd werd, dus thuis bij ons. Maar wanneer ze klaar was met haar werk en ze de kam pong in ging om haar ken nissen op te zoeken, had ze haar mooiste sarong en kabaja aan en completeer de het geheel met een paar bloemen die ze in haar kondéh stak. Ze geurden zoet, een geur verweven met de atmosfeer. De bloem was de tjampaka, die je op de pasar handen vol kon kopen en die dan werd ver pakt in een pintjoek van pisangblad. De geur rook je al van ver en de bloemen, geelwit van kleur, lagen op een tampah uitgestrooid. Er werd ook minjak wangi, parfum, van gemaakt, zo zoet dat het naar je hoofd steeg. Aan de Vöorkampementsweg in Malang, stond op ons voorerf een enorme tjampakaboom. Hij was meters hoog en de bloemen lagen zomaar op de grond, waar we ze opraapten en de geur diep opsnoven. Weg uit Indië zagen we geen tjam pakaboom meer, noch roken we de zoete geur van die bijna witte bloem. I aclil ig' soorten Het was herfst toen ik in New York arriveerde en ik wist niet veel van de flora hier. Maar er stond me een ver rassing te wachten toen de lente kwam. Ik zag bomen en boompjes met volkomen kale takken waaraan knoppen zaten. Deze groeiden uit tot prachtige tulpvormige bloemen van ongeveer tien centimeter groot, de kelkbodem donkerroze van kleur, overgaand in zachtroze en tenslotte wit. Zo'n boom of boompje zat vol met deze wonderlijk mooie bloem: de Magnolia campbelli. We hadden ze in de tuin, en op de Princeton University campus groeide meer dan één soort magnolia. Vooral één had bijzonder mooie bloemen, wel vijftien centimeter hoog en tien centimeter breed, paars op de kelkbodem, over gaand in een crèmekleurige top. In één woord schitterend. De magnolia familie is vernoemd naar een Fransman, Pierre Magnol (1638-1715), een kruidkundige die de plant waarschijnlijk ontdekte. Merci beaucoup, Pierre! Er zijn wel tachtig verschillende soor ten heesters en bomen in de magno lia familie, maar wij kenden alleen de noordelijke soorten. Wel hadden we gehoord van de Southern magnolia de Magnolia grandifloradie nooit ontbreekt in verhalen die zich in het zuiden van dit land afspelen, en natuurlijk zou Gone with the zvind niet compleet zijn zonder de hemel hoge magnoliabomen met bloemen die een zoete, wat djeroekachtige geur verspreiden. Kerstboom De Magnolia grandiflora is indruk wekkend. Hij wordt wel dertig meter hoog, is een evergreen en heeft de vorm van een slanke piramide, grote donkergroene glanzende bladeren en of dat allemaal niet mooi genoeg is, zijn bloem knocks you out. Deze is wel vijftien tot twintig centimeter breed, zo groot als mijn open hand en mooi! Mensen, je weet niet wat je ziet. Hij is zuiver wit en groeit ver spreid tussen de donkergroene glan zende bladeren die het zonlicht weerkaatsen, en de boom doen oplichten als een kerstboom met dui zenden lichtjes. De vrucht is een eivormige peul met één of twee zaden die rood en vlezig worden wanneer ze rijpen. Goed voedsel voor eekhoorns, opossums en wilde kalkoenen. Het zaad blijft in de peul en als die zich opent, hangt het aan een draad uit de peul. Een heel raar gezicht. De Magnolia grandiflora heeft nooit anakans in zijn schaduw staan, er schijnt alleen genoeg plaats te zijn voor één zo'n majestueuze boom. Pas als de boom sterft, komen de anakans op. Niet alleen is de Magnolia grandiflora een prachtige sierboom en van nut voor wilde beestjes, het hout wordt ook - hoewel gelimiteerd - gebruikt als timmer hout. De magnolia, zegt de boekoe pienter, vindt men in de Himalaya, China, Japan en Oost-Azië. De Magnolia grandiflora komt voor in subtropisch Amerika tot aan West- Indië en wordt nu ook gecultiveerd in Hawaï. Ook in Indonesië, waar het klimaat zacht is en dat brengt me weer terug op die tjampakaboom in Malang aan de Voorkampementsweg jaren geleden. Jammer genoeg ben ik geen plantkundige, dus ik weet het niet zeker, maar het zou me niets verwonderen als die ook tot de mag nolia familie behoort. En als dat zo zou zijn, dan zitten we vandaag hier in het zuiden van Amerika toch nog wel met een familielid van die Malangse tjampaka! Wonderlijk. moessQn 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 10