op 5 november 1920 in Arnhem
geboren. Toen zij negen jaar was,
verhuisde ze met haar ouders -
roomse vader, joodse moeder - naar
Indië. Het gezin vestigde zich in
Bandoeng, ging later naar Semarang
en kwam uiteindelijk in Batavia
terecht.
Voor het gezin was het moeilijk om
de Indische verhoudingen te accepte
ren. Margaretha had hier een duide
lijke mening over: 'De tegenstellingen
tussen blank, Indisch en inlands wer
den zo groot mogelijk gehouden.
Mijn moeder ging in het begin met
de baboe om als een vriendin, maar
leerde dat snel af omdat beiden er
geen raad mee wisten.' Ondanks de
aanpassing, bleef het ongemak
bestaan. Margaretha zou er later in
haar werk vaak over zou schrijven.
Pas later, want eerst was er de hbs en
in Batavia de elitaire Carpentier
Alting school. Op deze school werd
veel aandacht besteed aan literatuur.
In combinatie met de boekenwinkel
thuis was het logisch dat Margaretha
steeds meer belangstelling voor de let
teren ontwikkelde. Op zestienjarige
leeftijd werd ze redactiesecretaresse
van het weekblad d'Orient. Drie jaar
later trouwde ze.
Toen Margaretha begin twintig was
brak de oorlog uit. Ze kwam terecht
in de kampen Tjideng, Tangerang en
Adek. In deze tijd ontdekte ze een
nieuw perspectief op Indië: 'Ik ont
moette mevrouw Brouwer, een
vriendin van Hatta. Zij gaf me het
pleidooi van Soekarno Indonesië
klaagt aan. Dat pamflet maakte een
enorme indruk op me. De schellen
vielen me van de ogen. Ik begon ein
delijk de positie van de Indonesiërs te
begrijpen, mede door mijn eigen
beroerde toestand in het kamp.'
Nederland
Na de oorlog en de bersiaptijd ging
Margaretha naar Nederland. Hier
studeerde ze psychologie, publiceerde
columns, verhalen, recensies en terug
blikken en had bestuursfuncties in
allerlei culturele instellingen. In 1973
trouwde ze na een scheiding met
Thomas Ferguson, die in 1988 over
leed. In haar werk werd Indië, tot
haar eigen verbazing, steeds belangrij
ker. 'Dat Indië in mij lijkt op een
Russische pop, waar almaar meer
poppetjes uitkomen; ik haal er nog
steeds nieuwe facetten uit, het einde is
nog lang niet in zicht.'
Dat bleek uit de stroom boeken die
eigenlijk altijd over Indië leken te
gaan, zelfs al waren het reisverslagen
over andere landen. Autobiografisch
waren ze ook. Enkele voorbeelden.
Haar kraamaantekeningen verschenen
in 1976 onder de titel Mammie ik ga
dood. Aantekeningen uit de Japanse tijd
op Java 1942-1945. In Elias in
Batavia en Jakarta (1977) kwam haar
visie op Soekarno en de nationalisti
sche vrijheidsstrijd naar voren. In
Chaos (1983) schetste ze haar eigen
moeizame tijd in Nederland na de
oorlog. En ook was er Nu wonen daar
andere mensen. Terug op Java uit
1974. Fragmenten uit haar kamp-
boek werden door het NIOD in het
Japans vertaald voor het
Dagboekenproject.
Altijd tliuis
Margaretha Ferguson ging vaak
terug. Zelf zei ze daarover: 'Er zit zo
ontzettend veel aan vast. De dekolo
nisatie van Indonesië is voor mij een
model van menselijke verhoudingen,
van onderdrukking, van verzet en
opstand. Maar nu, na zoveel
jaar, ben ik niet meer bang. Het is
een deel van mijn leven. Ik voel me er
altijd thuis, meteen. In Indonesië
raakt alles je aan. Als ik hier op straat
loop in Den Haag, ben ik een afge
sloten persoon. Je groet alleen men
sen met wie je een handje hebt
geschud. Mensen sluiten zich hier
voor elkaar af. Terwijl in Indonesië
iedereen met je praat, je in huis
haalt.'
Onderweg!
Altijd reizen, altijd schrijven, en dat
met een intensiteit die nooit te stuiten
leek. Ze overleed in haar slaap toen
ze op tweeënzeventig jarige leeftijd
door Vietnam reisde. Wat bleef, is
een omvangrijk oeuvre en herinne
ringen aan een bevlogen persoonlijk
heid. Margaretha Ferguson was een
beetje van Nederland, een beetje van
Indië en eigenlijk altijd onderweg
naar iets of iemand. Ze was altijd op
zoek naar waarheid en wie waar thuis
hoort.
Damescompartiment Online
Meer lezen over Margaretha
Ferguson en andere schrijfsters over
Indië? Bezoek dan het
Damescompartiment Online op
http://www.damescompartiment.nl
Wilt u Vilan schrijven, dan kan dat
ook: postbus 11082, 2301 EB
Leiden.
47 ste jaargang - nummer 5 - november 2002
25