Details op het lemmet van de kris van Knand. Foto KIT De beschrijving van dr. N.J. Krom in deel twee van Inleiding tot de Hindoe-Javaansche Kunst (1920) luidt: 'Een aantal Ramayana tafreelen, waaronder te her kennen zijn: Hanoeman tegenover Sita, een vorst met een ondergeschikte in gesprek, waarschijnlijk Rawana met zijn patih, en eenige lieden die Hanoeman uit een boom trachten te schieten.' Niet iedereen zal onmid dellijk voor de geest hebben welke taferelen hier zijn bedoeld, maar duidelijk is dat met deze schenking Indonesië een uniek en belangrijk artefact uit de Hindoe-Javaanse tijd verloor. Krom schreef ook dat 'van de merkwaardige His, die zich eertijds in de verzameling Knaud bevond, de tegenwoordige plaats niet bekend [is]Binnen de familie Knaud was evenmin bekend waar de kris was gebleven. In Moesson, schreef John Knaud, onder de kop 'Legende of werkelijkheid'; 'Niemand weet, waar de kris is gebleven. In de familie ging het verhaal dat de kris na de dood van Charles Knaud in de kluis van de Javaansche Bank te Batavia is gedeponeerd. De weduwe van Charles Knaud is reeds lang overleden en er zijn geen kinderen. Mogelijk is de kris door de Japanners geroofd, mogelijk is de kris weer terug in de kraton waar hij oorspronkelijk vandaan kwam.' John beschreef zijn verwantschap met Charles: 'Dé Knaud is de broer van mijn grootvader.' Gevonden Van Duuren: 'Ik werd vorig najaar gebeld door iemand die mijn boekje kende en in een studieclub zat voor krissen. "Wist u dat de kris van Knaud terecht is?" vroeg hij.' De man vertelde dat hij iemand kende met de naam Knaud, hij had de kris in bezit. Kuhrt Knaud, heeft zijn achterneef, John, niet gekend. Kuhrt is de zoon van Hendrik Lodewijk Knaud en de kleinzoon van Jules Knaud. De laatste heeft de kris tijdens de Japanse bezetting gewikkeld in met olie gedrenkte doeken en begraven bij het huis in Madioen. Uiteindelijk kwam het legendarische wapen in Nederland terecht. Volgens Kuhrt Knaud wil het familieverhaal dat de kris door een doekoen moet worden bewierookt 'anders brengt de kris ongeluk'. Knaud: 'Niet dat ik daar gevoelig voor ben, maar saf ety first', en bij gebrek aan doekoens werd de kris bij de bank in een kluis bewaard. Daar was de kris gebleven als niet 'een Rotaryvriendje' van Kuhrt, die toevallig ook lid was van een krissenclub, hem naar de kris van Knaud had gevraagd. De heer Rijkens kan zich dat gesprek nog goed herinneren: 'Die heb ik zelf', zei Knaud. Hij was er een beetje griezelig van. De kris had onge luk in de familie gebracht, scheiding en overlijden enzo. Daarom wilde hij ook liever niet dat ik iets deed met de wetenschap dat hij hem had.' Maar een jaar of drie geleden maakte Rijkens in zijn krissenclub toch melding van de kris van Knaud. Rijkens: 'Dat bracht een geweldig enthousiaste stemming in de vereniging teweeg.' Kuhrt: 'Toen zijn een paar mensen van die club naar de kluis gegaan en hebben ze de kris onder veel ach en weegeroep bekeken.' Daarna werd het Tropeninstituut op de hoogte gebracht. De kris is nu eigendom van de zoon van Kuhrt Knaud en deze heeft hem in bruikleen gegeven aan het KIT. Overigens besefte ook Charles Knaud niet direct wat de waarde was van de kris. In 1884 liet hij deskundi gen van het Museum van het Bataviaasch Genootschap te Batavia naar zijn cadeau kijken. In een speciale oorkonde wordt Rnaud's kris gepresenteerd als oud en authentiek. De oorkonde is ondertekend door de secretaris van het genootschap, H. de Sturler. Toevallig weer de familienaam van mijn grootmoeder. Dit artikel verscheen eerder in NRC Handelsblad De kris van Knaud is te zien in de nieuw ingerich te afdeling van het KIT op de eerste etage tijdens de tentoonstelling 'Oostwaarts! Kunst, cultuur en kolonialisme'. KIT Tropenmuseum, tel. 020 - 568 82 15. 47 ste jaargang - nummer 9 - maart 2003 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2003 | | pagina 13