Schilderkunst op Bali
Sanur School, figuren en dieren, tempera.
Veilingmeester Jan Pieter Glerum schrijft om de maand een artikel over koloniale en
Indonesische schilderkunst. Dit is het eerste deel uit een serie van zes.
door Jan Pieter Glerum
Bij mijn laatste bezoek in Jakarta
vond ik in het hotelwinkeltje de
Engelse vertaling van een beroemd
boek over Bali: het in 1937 versche
nen A tale from Balide Engelse vert
aling van Vicki Baum's roman Liebe
und Tod auf Bali. Het boek behandelt
het wel en wee van een aantal Baliërs
in Bandung in de periode 1904-1906
en getuigt van een groot begrip voor
land en volk. In haar inleiding
bedankt Vicki Baum de geniale
Russisch-Duitse schilder Walter
Spies. Vooral door de connectie met
Spies kende ik het boek, omdat
Vicky Baum één van de leden van de
Internationale beau monde was, die
net als Charley Chaplin, Cole Porter,
Barbara Hutton, Noel Coward,
Clémenceau en vele anderen in de
jaren dertig Bali bezochten.
De geschiedenis van Bali gaat terug
tot prehistorische tijden, maar de
belangrijkste artistieke ontwikkelin
gen vonden plaats in de eerste decen
nia van de zestiende eeuw toen in
1515 het hindoe-Javaanse
Madjapahit rijk viel, en de macht op
Java overgenomen werd door het isla
mitische Mataram rijk. Duizenden
kunstenaars en intellectuelen ont
vluchtten Java om zich op het hin
doeïstische Bali te vestigen. Daar
kreeg de Javaanse hofcultuur een ver
volg, vol pracht en praal in de hoofd
stad Gelgel. De eerste Nederlanders
op Bali onder Cornelis de Houtman
in 1596 beschrijven vol ontzag het
Jiof van de Dewa Agung, waar, in
een reusachtig paleis (Puri) de vorst
woonde omringd door een harem
moessQn