Acteur Martin Schwab 'Op de Borobudur ervoer ik voor het eerst van mijn leven nationale trots' Plaat jesmakers Het succes van de serie Baantjer is volgens Schwab te danken aan de sterke betrokkenheid van de acteurs bij het script. Daardoor ontstaan personages van vlees en bloed, waarmee de kijker zich onmiddellijk kan identificeren. - Is dat niet juist de taak van de scenarioschrijver en de regisseur? 'Natuurlijk. Dat gebeurt alleen veel te weinig in Nederlandse televisieproducties. Vergelijk bij voorbeeld de series Cold feet en Rozengeur Wodka Lime eens met elkaar. De eerste is een Britse productie, de tweede een Nederlandse. Wat meteen opvalt is het verschil in interesse voor de karakters. Stel: een meisje wil het uitmaken met haar vriend. In Cold feet komt zij schijnbaar vro lijk binnen. Na een gesprek over koetjes en kalfjes laat ze de bom vallen. In Rozengeur Wodka Lime zou een vergelijkbare scène meteen beginnen met aanzwellen de violen en betraande ogen. Het wordt zo letterlijk genomen, en helemaal uitgesponnen. Zo gaan die dingen niet in het echte leven. In werkelijkheid kan een man zielsveel van zijn vrouw houden, maar nu en dan totaal geïrriteerd raken door haar. Dat soort dingen zou ik veel meer willen zien.' 'Ik geloof niet dat die geringe aandacht voor vorm en kwaliteit terug te voeren is op de kleinere budgetten waarmee we hier wer ken. Natuurlijk, in Amerika zou een populaire serie als Baantjer over een heel leger scenarioschrij vers beschikken, wel vijftig tot honderdvijftig. Wij hebben wel verschillende schrijvers, maar per aflevering steeds één auteur. Belangrijker is het gebrek aan lite raire en culturele bagage. Wie leest hier nog Shakespeare op de middelbare school? In Engeland en de Verenigde Staten is dat ver plichte kost. Bovendien denk ik dat de meeste Nederlandse televi sieregisseurs hun vak onderschat ten. Onder tijdsdruk gaat er veel aandacht naar het kloppend maken van het verhaal. De dialo gen en die kleine momenten, waarmee je iets menselijks uit een personage kunt halen, schieten er dan wat bij in. Het zijn plaatjes makers.' I rots Onlangs nam Schwab afscheid van Baantjer. Op dit moment is hij in gesprek voor een andere grote rol. Bijzonderheden wil hij nog niet kwijt, behalve dat het gaat om een nieuwe serie bij de commerciële televisie. In al die jaren als Appie Keizer heeft de acteur toespelingen op zijn afkomst uit de scripts weten te houden. In die laatste afleve ring zei Keizer echter: 'We leer den onze mond te houden en te presteren; je was al bruin.' Die toevoeging kwam geheel uit de koker van de acteur zelf. - Waarom acht jaar lang niet en die laatste keer wel? 'Die zin maakt in één keer duide lijk hoe de opvoeding van veel Indo's is geweest. Ik vond dat het kon, omdat het mijn afscheid was. Daarvoor heb ik alleen Keizer willen zijn, niet een Indische jon gen. Toch wil ik, diep in mijn hart, dat Nederlandse kijker begrijpt dat die naadloze integra tie van de Indo's niet te danken is aan Nederlandse grootmoedig heid, maar aan de ongebreidelde wil tot aanpassen van onze ouders. Dat heeft bij veel Indo's littekens achtergelaten. Zij hebben hun eigen impulsen onderdrukt en zijn daardoor nooit aan zich zelf toegekomen. Ik wil dat men sen dat weten.' Sinds Schwab enkele jaren gele den kennismaakte met het land van zijn ouders, begrijpt hij de problematiek van sommige migrantenkinderen beter. De worsteling met het gevoel iets te missen, een buitenstaander te zijn. 'Ik ben hier geboren, maar toen ik in Indonesië kwam, voelde ik voor het eerst dat ik ergens bij hoorde. Het zit vaak in kleine dingen. Geuren, die anderen onprettig vinden, vind ik lekker; gebaren van mensen, die zo vertrouwd zijn. En toen ik op de Borobudur stond, ervaarde ik voor het eerst van mijn leven nationale trots. Ik begrijp wel waarom een in Nederland geboren en getogen jongen kan zeggen: Ik ben moessQn De ijdelheid voorbij

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2003 | | pagina 28