J
technisch tekenaar en werkte daarna als
technicus op verschillende booreilanden.
Zijn vrouw Cissy (55) vergezelde hem op
enkele van zijn vele reizen, maar raakte uit
gekeken op hun zwerversbestaan. 'Blijf
toch eens gewoon in Nederland, dan kun je
je twee zonen zien opgroeien', hield zij
Gaston Robert voor. Hij kwam tegemoet
aan haar verzoek en trad in dienst bij Esso
in Pernis. 'Ik heb te veel energie', verklaart
Robert. 'Daarom ben ik samen met Cissy,
naast mijn baan bij Esso, met Tante Non's
Indische spekkoeken begonnen. Ik bak
pandan-, nangka-, durian- en 'gewone'
spekkoeken volgens het recept van mijn
inmiddels overleden moeder. Iedereen
noemde haar tante Non of mammie.'
Pemuda's
Cissy en Gaston Robert groeiden allebei
op in Indië. 'Ik leefde daar in armoe, zij
hoorde bij de elite', grapt Gaston. 'Hij
woonde in een boerderij op Oost-Java',
vertelt Cissy. 'Ik ben geboren in
Buitenzorg. Mijn vader was planter op
rubber- en theeplantages. Ik beleefde in
Indië een zeer gelukkige tijd. Vreemd
genoeg namen de Japanners ons gezin niet
gevangen nadat zij het land binnenvielen.
De ellende die zij over het land brachten,
ging grotendeels aan mij voorbij. Ik was te
jong om te beseffen wat er gebeurde.
Daarnaast ben ik nogal beschermd opge
voed.'
De jeugd van Gaston Robert verliep heel
wat minder voorspoedig dan die van Cissy:
'Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd
mijn vader opgepakt en naar een kamp
gebracht. Mijn moeder moest in haar een
tje de boerderij bestieren en voor mij en
mijn broertje en zusters zorgen. Na de oor
log kwam mijn vader heelhuids terug uit
het kamp, maar hij verliet mijn moeder al
snel voor een andere vrouw. Toen de ber-
siap-tijd aanbrak, sloegen wij op de vlucht
voor de pemuda's. Die Soekarno stookte de
pemuda's enorm op. Met bamboestokken
dreigden ze ons te vermoorden. We werden
ternauwernood gered door een communist
die het belachelijk vond dat zelfs kinderen
en oudere mensen, zoals mijn moeder,
werden belaagd. Na de bersiap belandde ik
in een weeshuis omdat het mijn moeder
niet lukte genoeg geld te verdienen om al
haar kinderen te eten te geven.'
F rouwaispraak
In 1956 vertrok Gaston Robert met zijn
moeder en broertje en zusters uit Indonesië
naar Nederland. Cissy en haar familie, die
op West-Java weinig last van de bersiap
hadden gehad, volgden in 1958. 'Ik vond
het hier meteen fijn, maar mijn vader kon
in Nederland niet aarden', herinnert ze
zich. 'Hij miste zijn werk op de plantages
en de uitgestrekte natuur van Indië. Vijf
jaar na aankomst in Nederland is hij overle
den.'
Gaston en Cissy leerden elkaar kennen
doordat hun moeders buren werden. 'Toen
Cissy veertien was, spraken we voor de
grap af dat we later met elkaar zouden
trouwen', aldus Gaston Robert. 'Ik kreeg
vervolgens weer reiskriebels en vertrok naar
Canada. Maar hoewel ik graag op reis ben,
keer ik toch altijd naar Nederland terug.
Daar wonen mijn familie en al mijn dierba
ren en die kan ik geen lange tijd missen.
Toen ik na vier jaar uit Canada terugkwam
en zag hoe mooi Cissy was geworden, had
ik er geen moeite mee me aan onze vroege
re trouwafspraak te houden.'
In de begintijd van Tante Non's Indische
spekkoeken verkocht Gaston Robert zijn
koeken aan Molukkers en Indischen in
Tilburg. 'Ik reed rond op mijn fiets en
belde óveral aan', zegt hij. 'Mond-tot-
mondreclame en een advertentie in
Moesson deden de rest. Cissy en ik kregen
het enorm druk en leveren nu aan winkels
en particulieren. Inmiddels ben ik gepen
sioneerd. Omdat ik moeilijk stil kan zitten,
gaat onze handel in spekkoeken door hoe
wel we de drukte enigszins binnen de per
ken willen houden. Ik zit graag voor de
oven. Bij het maken van spekkoeken moet
ik de bakvorm om de anderhalve minuut
uit de oven halen, zodat ik er een nieuw
laagje wit beslag of een laagje bruin krui-
denbeslag in kan doen. Iedereen dacht dat
ik hiervoor te ongedurig was. Maar ik vind
het bakken van spekkoeken pure ontspan
ning en doe het nog steeds graag.'
Tante Non's Indische Spekkoeken
Kerkuil 36
4822 PA Breda
Telefoon: 076 - 542 16 07
in Nederland
Laagje voor laag'je
43