Licht uit, spot aan
Musicalster Maaike Widdershoven
om je heen, en in dat uurtje dat ik
naar huis rijd, ben ik lekker alleen.
Met een rondreizende productie
zoals deze ben ik 's nachts pas om
halftwee thuis. Ik heb dan geen tijd
voor mijn vrienden. Maar als ik in
Brabant speel, blijf ik wel bij mijn
ouders slapen.'
Familie
Vader Widdershoven is een echte
Hollander: groot, rood en blozend.
Moeder Widdershoven werd in 1941
in Malang geboren als Winny
Suzanne Carla Treiber. Maaike
Widdershoven: 'Mijn opa heb ik
nooit gekend, hij was marinier in de
Tweede Wereldoorlog en het schip
waarop hij zat, is getorpedeerd. Mijn
oma en haar kinderen zijn in 1953
naar Nederland gekomen. Omdat
mijn moeder een nakomeling was,
heeft mijn oudste tante haar een
beetje opgevoed.'
Altijd nieuwsgierig geweest naar het
geboorteland van haar moeder, ver
trok Widdershoven vijf jaar geleden
voor het eerst naar Indonesië. 'Als
mijn broertje en ik bij oma waren,
wilden we altijd al Indonesische
woordjes leren, tellen en de namen
van het eten. En toen mijn moeder
vijftig werd, hebben we ook een soort
show gemaakt op de manier van Late
Late Lien, inclusief accenten en
Idem tóón.'
Oma Treiber en maaike's
moeder als klein meisje.
Malang
'Als kind ben je je er niet van bewust
dat je moeder anders is dan
Nederlandse moeders. Ze heeft wel
een accent, maar daar denk je nooit
over na, dat besefte ik later. Toen ik
in Indonesië kwam, zag ik hoe
Indonesisch mijn moeder eigenlijk is.
Ze liep bij wijze van spreken overal.
Toen besefte ik echt; hier komt ze
vandaan. Mijn moeder is wel verwes
terd, maar ze is altijd aardig, altijd
dienstbaar, heel lief en altijd bezig
met eten. Dat is ook zo grappig van
mijn moeder, als ze zich stoot of
schrikt, roept ze nog van alles in het
Indonesisch.'
In 1998 vertrok Widdershoven naar
Malang, de stad waar haar moeder
vandaan kwam. 'Hoe dichterbij ik
kwam, hoe zenuwachtiger. Mijn
moeder had me verteld waar het
ouderlijk huis ongeveer moest zijn:
langs een bepaald huisje een trappe
tje aflopen de kampung in. In die
kampung waren allemaal Indonesiërs
die mijn toenmalige vriend en mij
uitnodigden thee te drinken. Ik liet
een foto van mijn moeder zien, maar
niemand begreep wat ik wilde. Toen
zei een oude Indonesiër; "Ik weet het
want ik ben honderd jaar!". En er
kwamen nog meer mensen bij en
ineens riep iemand: "Ja, Winny!
Teman, teman saya!" Die man vertel
de dat hij een jeugdvriendje van mijn
moeder was en dat ze vroeger altijd
Tarzan en Jane speelden. Nou, toen
we wegliepen, wilde ik alleen maar
heel hard huilen. Het is toch een
soort puzzelstukje dat op zijn plaats
valt, een soort thuiskomen. Ik bleek
Indischer dan ik had gedacht.'
moessQn
28