Spiegel van de Indisch-Nederlandse Poëzie 1— G r öW o t öJ°?j°n3. Mo^airibiqu (Port.) Vn s ZUID-AFRIKA Schaal 1 13.500.000 ESI Unie van Zuid-Afrika Vaarwel aan Insulinde 'letfonieiri Gobabis Windhoek whoth, t 'Wirówi1' Scroll»1 Pietersbw ZANDRIV1ER samengesteld door Bert Paasman en Peter van Zonneveld jAlhasm. -^Basutolanfl v \llr/>e/ier(Rr.) t 't.Nollotfk. Springbok. JfoStTU TlUuid "icterni/u-it y/oirti Prie.ska Cotesbej •Aliwal-Noord \rP MiuJear l -[ORM 8.y bheps/orw >ndolandr Victoria h h Middelbg unon pa.se/-bwy' sU/w/l Wan [eruwrt/i GR.WINTER b\ Hi/btwisfoirn ^Vu« WO' A- Oos Lomlen GR.WINTERHOEK, Ondt.shVoriL 'lUvamioy TAFELBERG' 1000 Simonstac MabtLcsbi T&lhlbiZ) KAAPSTAD 2.5O.Lv.Gr "V I0O 50 0 100 200 3ookm Bij wijze van uitzondering in deze reeks hier een gedicht in het Afrikaans. De dichter C. Louis Leipoldt (1880- 1947) maakte in 1912 als scheepsarts een reis naar Nederlands-Indië. Dat leverde de in 1932 gepubliceerde cyclus 'Uit My Oosterse Dagboek' op. In achttien gedichten bezingt hij de schoonheid van het land waar zijn ouders als zendelingen werkzaam waren. Het afscheidsvers is doordrongen van het besef, dat het goede niet alleen in het kille Westen bestaat. Mocht hij niet langer in Zuid-Afrika kunnen blijven, dan weet hij waar hij een nieuw vader land kan vinden. Uit nadien ontdekte en tot dan toe ongepubliceerd gebleven aantekeningen is echter ook gebleken dat hij kritisch stond tegenover de in Indië geldende rassenverhoudingen. Mirakelland van oerwoud en vulkaan Ek groet jou in jou glorie! Elke teug Van die koel suidewind hernu my jeug En maak my amper kind weer, en verslaan 'n Dampwolk van gedagtes en die waan Dat net maar in die wes die levensvreug 'ti Weerklank vinde, en dat trou en deug Alleen kan bloei in lande waar die maan Oor louter ys en wit kapok sy glans Op wintermóres werp. Ag, ek gewaar My liefde groei tot byna bo verstand! Ken ek nie meer mijn eie koppie en krans, My hoogland-vlak van Beaufort tot De Aar, Leen dan vir my 'n nuwe vaderland! 47 ste jaargang - nummer 11 - mei 2003 51

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2003 | | pagina 51