is toch elke zoektocht een volstrekt individuele die tot totaal andere uit komsten leidt? Wat doet dit geworteld zijn in twee culturen met de beelding? Bestaat er een andere manier van kijken, van verbeelden, van kleurgebruik, van thematiek? Is er aantoonbaar een ver menging van westerse en oosterse cultuur, waarbij nu eens de weeg schaal doorslaat naar de ene, dan weer naar de andere kant? De al dan niet bewust gevoelde dualiteit kan als behorend tot een bepaalde stro ming. Zij gebruiken hun eigen beeld en vormentaal maar scharen zich gezamenlijk achter een bepaalde ide ologie van maatschappelijke, sociale of economische aard. Toch gaat ook deze vergelijking mank wanneer het Indische kunste naars betreft. Zij hebben zich immers niet in één groep georganiseerd. Bovendien hebben zij ook trekjes van de net genoemde kunststromingen: er zijn wel degelijk overeenkomsten Richard Smeets: 'Na mijn bezoek aan Indonesië in 1989 kwamen Indonesische onderwer pen en beelden letterlijk in mijn werk voor. In mijn huidige werk, waarin ik niet meer met mijn Indische verleden bezig ben, denk ik dat mijn Indisch-zijn het meest tot uitdrukking komt in mijn hang naar het decora tieve, naar decoratieve patronen. Die hang moet ik onderdrukken omdat het inhoudelijk niets met mijn werk te maken heeft'. Rijp Vergeef me dat de durian nu fijner smaakt de vrucht van toen in dit klimaat is het vaandel dat u overdraagt zich ook vertalen in het motief of de beeldinhoud. Of is er sprake van een psychische beïnvloeding? Kortom hoe manifesteert het Indisch-zijn zich in het werk of in de werkhouding? Uit de antwoorden van de bevraagde kunstenaars blijkt de leef- en werk omgeving geschilderd te zijn in een veelkleurig palet van herinneringen, ervaringen en belevingen. In de strik te zin van het woord hebben we dan ook niet te maken met een kunststro ming 'Indische kunst' zoals er sprake is van kunststromingen als het impressionisme, het expressionisme, het realisme, enzovoort. Immers niet het innemen van een gezamenlijk kunstzinnig standpunt ten aanzien van hoe om te gaan met beeldmidde len en vormentaal staat centraal, maar de gevoelde en beleefde duali teit, het behoren tot een specifieke kleinere groep binnen de Nederlandse samenleving. De Indische kunst is volgens sommi gen eerder te vergelijken met kunste naars die zich in verbanden organiseren om zich af te zetten tegen het gevestigde kunstklimaat. Hun werken zijn niet te herkennen te onderscheiden in beeld- en vor mentaal. Veel kunstenaars hebben een ongebruikelijk fel kleurgebruik, passen Indische motieven toe en geven de werken titels in het Maleis en modern Indonesisch. De kunste naars hebben een voorkeur voor het gebruik van natuurlijke materialen, een hang naar mystiek, religieuze motieven en werken vooral vanuit de intuïtie. Maar deze overeenkomsten zijn te onsamenhangend en te wille keurig om van een kunststroming in de ware kunsthistorische betekenis te kunnen spreken. De psychische beïnvloeding die in het werk van alle kunstenaars door speelt, is natuurlijk wel veel meer uit gesproken en specifieker bij Indische kunstenaars door de geschiedenis van hun ouders. En datgene wat juist is weggedrukt, wordt bij de meesten Paula la Peau: 'Ik ben een sari negeri Belanda, een bruine Hollandse vrouw, wortelend in twee culturen. Mijn schilderijen zijn een verbinding tussen twee leef werelden. Onbevangen en niet geblokkeerd door een koloniale instelling kan ik me overgeven in harmonie met mezelf, aan het thema Indonesië met haar spirituele lading. Het is een koppeling tussen twee culturen waarin ik door mijn geboorte leef: de Indische en de Nederlandse. Na een intens beleefd bezoek aan Indonesië in 1998 kwamen de beelden als een losbarstende stroom naar voren waarvan het einde nog niet in zicht is'. moessQn ©Hans Budding '93 Indische poëzie (Budding Art Ambitions) 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2003 | | pagina 56