Jan Wessendorp:
'Mijn Indische wortels gronden vooral in de donkere aarde van de Japanse
interneringskampen. Ik was toen twee jaar. Het duister van Indonesië is
samen met haar licht verdrongen en niet meer voorhanden als bewuste
herinnering, maar juist daardoor des te krachtiger werkzaam. Zij dwingen
een strijd af die gaat over leed dat door de ander is aangedaan, over pijn
die je de ander aandoet en lijden aan jezelf, aan de nacht in je eigen ziel,
om strijd die uitmondt in het vinden van je eigen vorm waarin licht en
donker een unieke balans vinden. In mijn schilderen tracht ik deze zoek
tocht te verbeelden, een zoektocht waarin de mens vervulling vindt van
zijn innerlijke gestalte, ingevoegd in de rangorde van al het zijnde'.
The best of both worlds
In het niemandsland van overal
binnen de grenzen van zijn mensen is I
Voor de rest is hij maar een beetje
een beetje is hij elders ook thuis
Half westers, half oosters
half Amerikaan, half Vietnamees
half Nederlands, half Sumatraans
half Engels, half Chinees
Men zegt wij hebben het beste
van twee culturen in één
De mooiste huidskleur, 'a perfect nose'
en dat alles binnen één systeem
In het overal van nergens
buiten iedere gemeenschap is hij thuis
luisterend, observerend, zich soms bijna
tend
is hij, de halfbloed, thuis.
bepalend. Vandaar dat velen een
zoektocht naar het verleden, naar de
roots, hebben ondernomen.
Samenvattend kan worden gesteld
dat de Indische kunst geen stroming
is die uit de kunst voortkomt, maar
een stroming die ontstaan is uit de
sociaal-culturele ach
tergrond, een gemeen
schappelijke uiting van
culturele belevingen
thuis gevoed door politieke
en sociaal-maatschap
pelijke achtergronden.
De oorsprong van de
Indische kunst ligt niet
in Indonesië maar in
Nederland, het land
van de repatriëring.
Veel Indische kunste
naars gaan op zoek
naar een identiteit die
verborgen is gehouden
of is onderdrukt. Door
de drang om koste wat
het kost geaccepteerd
te worden in de nieu-
aanslui- we leefomgeving wil
den de
Nederlands-Indische
mensen zichzelf niet
meer zien zoals zij
waren, maar zich her
scheppen naar het
beeld van de
Nederlander: 'Ik ben
een Nederlander, géén
Indische.' Er ontstond
op deze wijze geen
optelsom van twee identiteiten, de
Nederlandse en de Indische, maar er
kwam een nieuwe identiteit voor in
de plaats. En juist dit gericht-zijn
tegen het Indische maakte dat dit
juist manifest aanwezig was. In hoe
verre in de leef- en werkomgeving de
Indische identiteit tot expressie kan
komen en haar kleur kan behouden,
zal afhankelijk zijn van het al dan niet
in standhouden van de invloeden uit
de naaste omgeving van de Indische
gemeenschap en de Nederlandse
maatschappij. Of beide invloeden
samenkomen en de eigen identiteit
doen versmelten in een pluriforme
identiteit, is nog een open vraag.
Kijkend naar de sociaal-culturele,
politieke en economische ontwikke
lingen in de samenleving is er zowel
sprake van een neiging tot versmel
ting als tot onderscheiding.
Boel?
Het boek Tussen twee zverelddelen in,
wacht het verlangen van een oceaan:
Een verkennend onderzoek naar
Indische hedendaagse beeldende kunst
en cultuuruitingen.
Het begrip 'verlangen' loopt als een
rode draad door de bijdragen in deze
publicatie. De titel van het project
geeft aan dat het hier gaat om een
dualistisch verlangen, een verlangen
gevoed door een gevoeld en beleefd
behoren tot twee culaiurgemeen-
schappen: de Indische en de
Nederlandse. Met Layang bijt Eddy
Lie de spits af. In een verhaal dat
prachtig van toon is laat hij de wereld
van toen en nu tot leven komen. Op
een poëtische wijze worden facetten
van verlangen, heimwee, dualiteit, en
'het onbereikbare andere' door Hans
Budding, Otto van Eersel en
Madeleine Gabeler verwoord. Hun
gedichten zijn als bloemen door de
bundel gestrooid.
De kern van het boek wordt
gevormd door een verkennend
onderzoek naar de Indische heden
daagse beeldende kunst. Dees
Goosen, Johanna Jacobs en Ton
Thelen proberen inzichtelijk te
maken wat het bedoelde verlangen
bij beeldende kunstenaars teweeg
brengt, hoe het een eigenzinnig cre
atief proces in gang kan zetten. In
Evaluatie worden de beperkingen en
het open karakter van de uitkomsten
aangegeven. Terwijl in deze bijdrage
naar voren komt dat volgens de
meeste ondervraagde kunstenaars die
Indische identiteit zich zodanig uit in
ADVERTORIAL
©Madeleine Gabeler
Uit: Layangan/Vliegeren
Gedichten van twaalf Indo-Europese dichters
bv Bonneville, Bergen (N-H), 1996
KUNST-EN CULTUUR BIJLAGE MEI 2003