Charles Jansen: 'Mijn eerste reis naar Indonesië in 1994 was voor mij geen gewone reis maar een hele grote stap die bewust genomen was. Het was een zoektocht in je eigen innerlijk. Na mijn bezoek heb ik mijn Indisch-zijn geaccepteerd als een dubbel perspectief. Mijn Indisch-zijn is geen dualiteit meer maar een twee-eenheid en is zo een toegevoegde waarde geworden. Deze accep tatie komt tot uiting in het beeldend vlak waar ik mijn innerlijk manifest maak en ik me kwetsbaar opstel. Heel concreet had de reis tot gevolg dat ik groen durfde te schilderen. In Indonesië kom je alle soorten groen tegen en ik rekende af met mijn purisme en laat nu een kleurgebruik zien dat afwijkt van het calvinisme'. Vooruitzicht Het verleden wenkt naar mij als een voordeurdeler tussen twee culturen terwijl de toekomst als een vrijgezel naarstig naar een partner zoekt Juni Pattimahu Kusumanto: 'In enkele afbeeldingen van mijn werk wil ik ingetogenheid en dubbelzin nigheid laten zien die als eigenschappen van deugd worden beschouwd in de samenleving waar ik vandaan kom. In een samenleving waarin daarente gen 'zelfontbloting' de norm is, bevindt zich, volgens mij, de voortdurende afweging plaats tussen ingetogenheid en dubbelzinnigheid enerzijds en zelf ontbloting anderzijds'. een onderscheiden vormgeving of een invulling van de moderne heden daagse, lees: westerse kunst, dat er gesproken kan worden van 'Indische kunst', is de kunsthistoricus Helena Spanjaard een andere mening toege daan. Na een kritische confrontatie van Indonesische met 'Indische' kunst, gerelateerd aan moderne kunst, sluit zij haar betoog af met de vraag of er niet meer sprake is van een individu ele benadering. De veel voorkomen de motieven en inspiratiebronnen van natuur, symboliek en religieuze rituelen maken kunst nog niet typisch Indisch. In deze motieven uit zich een veel bredere, universele WEER ZIEN aldus zweefde ik naar ver verleden oorden daar. tussen donse wolken door flitsen van tropische groene wouden echo's van haar laatste woorden ivoorden ivoorden woorden ©Otto van Eersel drang naar een ontsnappen aan het materialisme en consumentisme van de rationele, westerse maatschappij. Velen van de ondervraagde kunste naars daarentegen herkennen zich niet in de hang die hieruit spreekt naar de betekeniswereld van een andere mystieke werkelijkheid, die van het Oosten. Voor hen gaat het hier om een authentiek verlangen, dat in de beleving van hun dualiteit een zelfstandige plaats inneemt en niet is ingegeven door een soort van vluchtgedrag of ontsnapping. Als de Indische culturele component van de identiteit, zoals Helena Spanjaard stelt, slechts te herleiden is tot de genealogische of geografische herkomst, vallen de begrippen Indisch en kunstenaar inderdaad moeilijk met elkaar te combineren. Maar die herkomst blijkt voor vele kunstenaars meer dan een demogra fisch gegeven. Het vormt juist mede hun identiteit en zelfbeleving, die in hun zoektocht naar de roots herkend en bevestigd wordt. Omdat die vor ming echter zich afspeelt in een soci aal-culturele omgeving, is deze aan verandering onderhevig. In die zin kan men zich met sommige kunste naars afvragen of de Indische identi teit in navolgende generaties nog diezelfde motiverende kracht zal heb ben, dan wel opgaat in de melting pot. Deze smeltkroes kan echter op twee manieren worden opgevat: een waar in alles met elkaar versmelt en dus het eigene verdwijnt, of een waarin allerlei identiteiten samengaan en elkaar bevruchten. In het eerste geval gaat de Indische identiteit verloren, in het tweede geval blijft deze naast vele andere bestaan en ondergaan deze wederzijds invloeden van elkaar. Ralph Boekholt ventileert op een provocerende manier zijn kijk op de veel geroemde Indo-Rock. Lijkt ten aanzien van deze muziek de tijdelijk heid van het fenomeen bevestigd, het 'typisch Indische' dat in de mode een herkenbaar accent en uitstraling moessQn ADVERTORIAL ©Hans Budding '97 Indische poëzie (LIRA-Hoofddorp)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2003 | | pagina 58