Xander de Buisonjé: Je moet in Indonesië echt de plek ken kennen om lekker te eten.' 'Zelf kook ik erg graag. Het liefst voor vrienden. Voor mezelf koken vind ik een beetje saai. En wan neer ik dan kook, dan maak ik geen Indisch eten. Dat kan ik namelijk niet zo goed. Ik heb wel wat dingen van mijn moeder geleerd, maar zo lekker als zij het klaarmaakt, kan ik het niet. Maar het heeft ook een praktische reden waarom ik dat niet doe. Voor sommige gerechten heb je wat meer tijd nodig. Sommige dingen moet je een paar dagen laten staan om ze op smaak te laten komen. Die tijd heb ik door mijn werk vaak niet. Daarom haal ik mijn Indische eten altijd bij een toko in de buurt. Daar weet ik dat ze de sajoer lodeh wel twee dagen hebben laten staan om op smaak te komen.' 'Wat voor Indische dingen ik nog meer in mezelf herken? Dat graag willen koken voor mensen, dat is misschien wel iets Indisch. Dat verzorgende, dat heb ik heel erg. Ik wil het mensen graag naar de zin maken. Verder kan ik me geloof ik wel goed inleven in andere mensen en heb ik soms de neiging mijn kop in het zand te steken. Ik heb vaak geen zin in problemen. Als ik ze uit de weg kan gaan, dan doe ik dat. Maar om je heel eerlijk te zeggen, denk ik dat dit soort typeringen eigen lijk niet zo belangrijk zijn. Wanneer het er op aan komt zijn mensen, Indisch of niet Indisch, niet zo verschillend.' 'Ik sta graag in het middelpunt van de belangstelling. Maar ik zie zingen toch voornamelijk als een dienend beroep. Je staat als het goed is niet alleen op het podium voor jezelf. Mijn werk is om men sen vrolijk te maken. Om ze te entertainen. Ik wil graag dat mijn liedjes zo veel mogelijk mensen bereiken en raken. Of ik daar zelf bekend door wordt is van onder geschikt belang. Het kost best veel energie om in het middelpunt van de belangstelling te staan. Soms vind ik die bekendheid wel moei lijk. Dat je overal in Nederland op straat herkend wordt. Maar ja, dat hoort er nou eenmaal bij. Soms vlucht ik even naar het buiten land. Even een paar dagen ano niem over straat kunnen. Da's wel lekker.' Sinds Xander gestopt is met Volumia! ziet zijn leven er een stuk anders uit. 'Volumia! was echt een liveband. We traden meer dan driehonderd keer per jaar op. We moesten ook wel zo vaak optreden. Omdat ik alle nummers schreef, waren alle andere bandleden voor een groot deel van hun inkomsten afhanke lijk van de concerten die we gaven. Dat was echt een gave tijd. Wel vermoeiend, maar leuk. Het was echt rock 'n roll toen. Meestal gingen we dan na een optreden nog even wat drinken met zijn allen. Het was af en toe wel roofbouw op je lichaam. Nu ik soloartiest ben, treed ik een stuk minder op. Dat is voor een belangrijk deel zo, omdat de noodzaak nu minder aanwezig is. De belangrijkste reden is dat ik de kwaliteit van mijn optredens belangrijker vind dan de kwanti teit. Vaak optreden heeft vaak invloed op de kwaliteit ervan. Niet dat de shows van Volumia! slecht waren. Zeker niet. Maar wanneer je minder optreedt, is je stem gewoon beter en ben je uit- geruster. Je kan op die manier ieder optreden de volle honderd procent geven. Ik wil ieder optre den weer presteren. Toen ik nog in Volumia! zat, dacht ik wanneer we tien avonden achter elkaar gespeeld hadden wel eens: hoe hou ik dit in hemelsnaam vol. Ik kan nu een stuk selectiever zijn in mijn optredens.' Dit voorjaar verscheen Hemelsbreedzijn eerste solo-cd. De cd is wat steviger dan de albums die hij met Volumia! maakte. 'Ja, dat klopt. Hij is inderdaad wat steviger. Op de cd spelen veel buitenlandse topmuzi- kanten mee. Die hebben natuur lijk ook invloed op het geluid. Drummer Ian Thomas bijvoor beeld; hij heeft al meegespeeld op albums van Seal en de Dire moessQn 'Zingen is een 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2003 | | pagina 8