Sarangan (slot)
Mijn broers, zusje en ikzelf zijn van
de generatie die is opgegroeid met
de familieverhalen over
Sarangan. ,]Mijn overgrootvader
had in Ngerong een vakantiehuis
laten bouwen, tegenover het zwem
bad, aan de andere kant van de
weg.[...] In ons gezin was Sarangan
extra speciaal omdat onze ouders
elkaar daar leerden kennen.
Toen mijn moeder vier jaar geleden
stierf, wilde mijn vader een deel van
haar as in Indonesië verstrooien.
Helaas is mijn vader twee jaar na
mijn moeder zelf overleden, zodat
hij zijn wens niet heeft kunnen ver
vullen. Als kinderen hebben we toen
het idee opgevat om wat as van
beide ouders naar Indonesië te
brengen. We dachten na over een
plek die voor hen allebei veel bete
kenis heeft gehad en vanzelfspre
kend kwamen we uit op Sarangan.
Ik bleek de eerste die op vakantie
naar Indonesië zou gaan.[.,]In
Sarangan aangekomen, liepen we
een paar keer rondom het meer om
een mooie plaats voor de as uit te
zoeken. Toen we die gevonden had
den en daar bezig waren, spreidde
een satéverkoper zijn rieten kleedje
voor ons uit. Later reden de paard-
jes voorbij. Het was een plekje in de
sfeer van vroeger, toen onze ouders
daar zelf graag paard reden en saté
kochten.
Achteraf ben ik blij dat ik degene
was die de as van onze ouders terug
mocht brengen naar hun geboorte
land. Voor onze toekomstkansen
zijn zij naar Holland gegaan. Ik heb
dat regelmatig een pijnlijk idee
gevonden. Nu heb ik de cirkel rond
kunnen maken: we hebben hen
teruggebracht naar waar zij het lief
ste waren en zij blijven daar nu, aan
het meer van Sarangan.
Gevoelens sorteren
Sinds 1960 leef, woon en werk ik in
Duitsland. In augustus 1946 ben ik met
de Johan de Witt naar Nederland geko
men. Ik was vijftien, eenzaam en verlo
ren. Als een van de eerste katjangs
kwam ik in een omgeving waar ik als
halfbloed gold. Ik was vol heimweh en
complexen en heb alles wat met mijn
Indo-zijn verbonden was, verdrongen.
Na mijn eindexamen en mijn militaire
dienst, ben ik door de wereld getrokken
en leef nu meer dan 42 jaar in
Duitsland. Mijn zus, die later dan ik
naar Holland kwam, heeft me een abon
nement op Moesson gegeven. Bij het
lezen stel ik met verbazing vast, dat
jeugdherinneringen weer bij me omhoog
komen. Herinneringen waarvan ik dacht
dat ze lang dood en begraven waren. Wat
ik eigenlijk zeggen wil: dit tijdschrift helpt
me mijn gevoelens te sorteren.
Toen was geluk heel gewoon (2)
Vorige maand schreef ik in Moesson in
de Brieven-rubriek over de discrimine
rende uitlatingen in het KRO-
programma Toen was geluk heel gewoon.
Ik heb inmiddels een reactie gehad van
de KRO over de discriminerende uitla
tingen van Jaap Kooiman (Gerard Cox)
over Indische Nederlanders. Volgens Ton
Verlind, mediadirecteur van de KRO, is
het een kenmerk van Jaap Kooiman dat
hij discrimineert. Hij meent dat Jaap
Kooiman voortdurend door zijn vrouw
Siem op zijn nummer wordt gezet en
dat de serie daarmee ridiculiseert. Het
spijt hem dat ik het me zo persoonlijk
heb aangetrokken. Ik vind dit een onbe
vredigend antwoord. Ik vind het ver
beneden pijl en behoorlijk naïef dat de
KRO zich kan vinden in deze dubbel
zinnige vorm van humor. Verder is het
zo dat Siem, Jaap Kooimans vrouw, niet
op deze opmerking van hem is ingegaan
en de opmerking daardoor niet in het
ridicule is getrokken, maar voor mij
gewoon beledigend blijft.
Moessonjuli 2003. Wat een uitstekend
nummer! Zo zie ik mijn lijfblad graag!
Jonge generatie (Xander de Buisonjé) en
het artikel van Paulien Schuurmans over
de repatriëring samen in één blad. Niet
alleen maar Identity matters maar alles
matters. Eerste generatie gerepatrieerde
Indo's: de 'allochtonen van het eerste
uur'. Wat hebben wij ons in kronkels
moeten werken om ons te bewijzen en
dubbel te bewijzen en nog eens te
bewijzen in kleinburgerlijk Nederland. Je
zou er een boek over kunnen schrijven!
Misschien schrijf ik dat boek zelf nog
wel. PC heb ik eindelijk, dankzij Het
Gebaar. Mijn reeds overleden moeder,
God bless her soul, zou zichzelf ook zo
in het artikel van Paulien Schuurmans
herkennen. Zij moest haar karige
uitkering - toen heette dat steun -
aanvullen door te gaan werken. Ze
werkte als strijkster in een atelier in
IJmuiden en later aan de lopende band
bij de HIN-kousenfabriek in Haarlem.
Ikzelf kwam 0.3 punt tekort voor een
studiebeurs omdat mijn leraar
Nederlands mij geen voldoende wilde
geven vanwege mijn Indisch accent! Ik
deed twee scholen tegelijk vanwege mijn
leeftijd en werkte in het weekend in de
smerige drukkerij van De Telegraaf aan
de NZ Voorburgwal in Amsterdam. Ik
haalde het diploma voor beide scholen,
baalde van scholen en vertrok op 23-
jarige leeftijd alleen naar de USA. Ja, dat
waren nog eens tijden! 'Toen was geluk
heel gewoon.' Ook scheldwoorden als
pindapoepchinees en blauwe waren heel
gewoon! Maar nu zijn wij onderwerp
van doctoraalscripties! Indië anders,
maar tenminste niet vergeten!
Brieven
De inhoud van de ingezonden brieven valt
buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.
Brieven maximaal 250 woorden.
Monica Aartsma, Leiden
Reginald Naumann, Kappeln,
Duitsland
Jeannette Pelupessy, Amersfoort
Alles matters
Eric A. Muller, Zutphen
48 ste jaargang - nummer 2 - augustus 2003
41