met beleg meekreeg.
Een Indonesisch klasgenootje kreeg
altijd wat geld mee om eten te
kunnen kopen langs de weg.
Dat leek me eigenlijk veel leuker,
dus een ruil was snel gemaakt. Zij
kreeg mijn brood - als er tenminste
geen ham op zat - en ik kreeg haar
geld om wat lekkers te kopen!1
'Wat ik me van de komst van de
Japanners herinner, is dat ze op
de fiets de stad binnen kwamen.
Wij woonden toen aan de
Poerwakartaweg. Hoewel mijn vader
verschillende keren is opgeroepen, is
hij niet geïnterneerd. Die oproepen
betekenden wel iedere keer veel
spanning. Gedurende de oorlog
heeft mijn vader veel vrouwen gehol
pen wier mannen wel in een kamp
terecht waren gekomen. Hij hielp
hen met de verkoop van spulletjes
voor hun levensonderhoud.
Wij als kinderen begrepen niet echt
wat er aan de hand was en snapten
niet dat de houding van de
Indonesische bevolking zo verander
de tijdens de oorlog. De Bersiap was
voor ons een ontzettend gespannen
tijd. Veel Indo's woonden in
kampongs en werden het doelwit
van geweld. Bij ons in de wijk
gingen de mannen de straat op
om onze huizen te verdedigen.
Wij, vrouwen en kinderen, verstop
ten ons dan in het eendenhok.'
'In 1947/1948 ging ons gezin naar
Nederland met verlof. We kwamen
eerst in Holwerda in Friesland
terecht en gingen later naar Goor
in Overijssel. Ik heb er een leuke
tijd gehad hoewel ik aan veel dingen
moest wennen. Tijdens het verblijf
48 ste jaargang - nummer 3 - september 2003
47