Christenen en moslims zoeken weer toenadering
Meer dan vier jaar lang werden de Molukken geteisterd door geweld en
de nasleep ervan. Duizenden mensen zijn omgekomen en honderdduizenden
op de vlucht geslagen. Pas dit jaar lijkt de strijd tussen moslims en christenen
te zijn geluwd. Een nieuwe, maar moeilijke fase is voor de Molukken
aangebroken: de wederopbouw.
door Marjolein van Asdonck
Op 19 januari 1999 vond op het
busstation van Ambon-stad een
schijnbaar onbelangrijk incident
plaats: de christelijke buschauffeur
Yopi kreeg ruzie met de islamitische
passagier Nursalim. Deze ruzie
mondde echter uit in een massale
vechtpartij en zou het begin worden
van een lange periode van ongekend
geweld op de Molukken. Inmiddels
is niet meer te achterhalen wat er
precies gebeurd is op het busstation.
Twee verhalen doen de omloop:
een islamitische en een christelijke
variant. De schuldige wisselt natuur
lijk per versie. Hoe kon dit voorval
tot zo'n geweldsexplosie leiden?
Onderhuidse spanningen
De Molukken waren al lang niet
meer de idyllische, harmonieuze
samenleving zoals algemeen veron
dersteld. Sinds de onafhankelijkheid
van Indonesië is er veel veranderd.
Ten eerste vonden belangrijke
etnische verschuivingen plaats:
Tienduizenden Buginese,
Makassaarse en Butonese moslims
emigreerden naar de Molukken op
zoek naar een betere toekomst.
Hun komst verstoorde het religieuze
evenwicht tussen moslims en
christenen op de Molukken en droeg
bij aan onderhuidse spanningen.
Ten tweede hebben islamitische
Molukkers en islamitische Javanen
sinds de onafhankelijkheid een
steeds prominentere rol gekregen
in de samenleving in de Molukken.
Vroeger, in de koloniale tijd,
bekleedden vooral christelijke
Molukkers de hogere bestuurs
functies. Onzekerheid bij christelijke
Molukkers over hun veranderende
positie zorgde voor spanning en
irritatie. Ten derde droegen eeuwen-
Een kerk, schoongemaakt en klaar voor herbouw. Foto: Marco van der Vorst.
voor wederopbouw