Glerum 1
Glerum 2
Beautytips 1
Beautytips 2
De Doekenborg
Brieven
In het septembernummer van Moesson
zag ik op bladzijde 16 een foto van een
schilderij van Jan Frank. Ik werd er
warm van eindelijk iets van hem te
horen of beter gezegd, iets van hem te
zien. Hij was namelijk mijn oom.
Helaas heb ik hem nooit echt gekend.
Ik heb wel een heel mooi schilderij van
hem: mijn baby-portret van toen ik
negen maanden was. Hier ben ik erg
trots op. Ik kreeg van mijn moeder
nog meer van hem, zoals schetsjes op
plankjes. Ook mijn tante heeft een heel
groot portret van zichzelf hangen dat
mijn oom geschilderd heeft.
B.L. Raaijmakers-Barnaart,
Capelle aan den IJssel
Met enige verwondering las ik in het
septembernummer van Moesson de
laatdunkende opmerking over het
werk van Dezentjé van ene Johannes
Tielrooy. (Tielrooy vond het werk
van Dezentjé voorspelbaar, red) Ik
had nog nooit van hem gehoord, maar
dat zal wel aan een gebrek aan kennis
liggen. Zelf kijk ik altijd met plezier
naar het werk van Dezentjé.
Het maakt me rustig en blij van bin
nen. Is het ook niet zo dat waar je ook
was in Indië je altijd een berg of een
vulkaan aan de horizon zag? En waar
je sawah's zag, je ook klapperbomen
zag? 'Souvenirs van Indië', ik wilde dat
ik er één in mijn huis had hangen.
J.M. Barneveld, Hoek van Holland
Naar aanleiding van het artikel
'Indische beautytips' in het oktober
nummer van Moessonheb ik nog
enkele tips van vóór de oorlog. Mijn
grootmoeder waste haar haren met de
as van gebrande padi stro. Hierdoor
hield zij lang mooie glanzende haren
en had ze nooit last van roos. Ze poet
ste ook haar tanden met de as van
gebrande manggistan. Zij hield haar
mooie gebit tot aan haar dood en ging
nooit naar de tandarts.
S. van Kralingen-Numans, Wormer
In mijn pubertijd moest ik van mijn
moeder dagelijks voor het slapen
bedak beras (rijstpoeder) met wat
water aangelengd, op mijn gezicht
smeren tegen puistjes. Een ellende was
dat. Het papje werd direct hard en het
ontstane masker liet praten of lachen
niet meer toe, anders zou het masker
breken en verieruimelen. Hierna moest
ik direct naar bed en daar verkruimel
de het spul dan op m'n hoofdkussen.
De volgende morgen zat alles onder
het witte stof. Maar het hielp wel!
Ik heb nooit last gehad van etter
puistjes en als er al één opkwam, dan
was die de volgende dag onzichtbaar
opgedroogd, dus kreeg ik ook geen
litteken. Temoe lawak drinken heb ik
altijd weten te vermijden en dat was
niet gemakkelijk. Want behalve jeugd
puistjes had ik in die tijd veel last van
borroh, allerlei wondjes en puistjes
die gingen ontsteken, vooral op m'n
benen. Volgens mam was dat vuil
bloed en dus moest ik temoe lawak
drinken. Ik weet niet meer wat voor
smoesjes ik heb gebruikt, maar ik heb
het nooit gedronken. Mijn vrouw
Reen is opgegroeid met verhalen van
haar moeder over djamoe's en andere
spullen, maar had het zelf nooit
gebruikt. Tot ze hier in Nederland
in een Indische toko van die mangir
bolletjes vond. Ze was meteen
verkocht! Beter dan die westerse
crèmes, vond ze. Tijdens een vakantie
reis door Indonesië vond ze spulletjes
van het merk Njonja Meneer.
Mijn vrouw is uiteindelijk terug
gekomen met een hele lading mangir
crème foundation. Ze gebruikte het
dagelijks. Verder heeft ze hier altijd
een grote pot met lidah boeaja
gekweekt, waar ze regelmatig een
blad weg sneed en het sap ervan in
haar haren masseerde. Voor gezond
glanzend haar! Overigens, na het
overlijden van Reen ben ik met een
voorraadje van die foundation blijven
zitten. Als er dames zijn die daar
interesse in hebben mogen ze het
komen halen! Tel. 040 - 243 65 92.
Luud Baier, Eindhoven
De inhoud van de ingezonden brieven valt
buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.
Brieven maximaal 250 woorden.
Vroeger, wanneer je pas uit Indië
kwam, mocht je volgens je contract
pension maar één keer per week dou
chen. Als je dan een halve eeuw
aangepast bent en een plaats in de
maatschappij hebt veroverd, herhaalt
de geschiedenis zich. Als je tenminste
de pech hebt naar een verzorgings-
of verpleeghuis te moeten verhuizen.
Bovendien ben je dan nog eens ver
stoken van iedere Indische achter
grond of klankbord in je omgeving.
In Nijmegen in de Doekenborg kwam
de zoon van een bewoonster op het
idee de activiteitenbegeleider te vragen
om iets aan dit probleem te doen.
Zo ontstond een wekelijkse koem-
poelan. Het is gewoon een middag
gezellig ngobrol, met een verhaal,
bijvoorbeeld uit Indische Mythen en
Sagen of uit Je-lah-je-rotwat liedjes
bij de gitaar van John of wat Indische
videobeelden en een hapje en een
drankje natuurlijk. Nadat ik een keer
pisang goreng had meegebracht, bleek
er ook behoefte aan tempe en tahoe.
Nou, dan ga je goreng natuurlijk.
En met het warme weer neem je
stroop met selasi mee. We hebben
geen programma en er moet niks.
Plaatselijke organisaties komen nu
kijken hoe we hier een masoek sadja
ketjil hebben kunnen maken.
Zelf zijn we senang sekali met onze
koempoelan.
I. Stoltenborgh-lndorf, Overasselt
48ste jaargang - nummer 5 - november 2003
41