Van depot tot café door Zeffry J. Alkatiri Vaak hebben mannen een plek nodig waar ze kunnen uitrusten van hun dagelijkse werkzaamheden. Daarom ontmoeten ze elkaar in verschillende drinkgelegenheden, die variëren van traditioneel, tot modern, van openbaar tot besloten. In Europa was het normaal dat mannen hun toevlucht namen tot een café of bar, een gewoon te die ze meenamen naar Nederlands-Indië. Deze gelegenheden kenden van oudsher hun eigen klantenkring die uit een bepaalde klasse kwam; je stapte niet zomaar willekeurig een drinkgelegen- heid binnen. Een schilderij van Johannes Rach laat ons een beschonken man zien die al brakend in één van de straten van Batavia staat. Dit ondanks dat het stadsbestuur van Batavia voor zeelieden en mili tairen speciale drinkgelegenheden had geopend, die meestal in de buurt van hun eigen barakken lagen. Deze stalletjes serveerden Chinese en inheemse brandewijn, waarover - op opium na - de hoogste accijns werd geheven. De inners van die belasting daaren tegen kwamen vaak in eikaars huizen samen, waar ze natuurlijk van de uit Europa afkomstige drank konden genieten. Toen het bestuurlijke centrum zich verplaatste van Batavia naar Weltevreden en ook de bevolking zich steeds meer ontwikkelde, werden speciale drinkgelegenheden geopend voor de elite, zoals club Concordia en Sociëteit De Harmonie te Rijswijk. Deze bleken niet aan de behoeftes van de alsmaar groeiende koloniale bevol king in Nederlands-Indië te kunnen voldoen. Daarop werden ver volgens in dezelfde wijk in verschillende hotels enkele drinkgele genheden geopend. Ook opende men voor militairen en het gewo ne volk speciale gelegenheden waar zij bij elkaar konden komen en wat konden drinken. Deze gelegenheden bevonden zich rond om het Waterlooplein en de Vinkepasser. Hier ontstonden vaak relletjes waar de politie aan te pas moest komen om de gemoede ren te bedaren. Ook werden er gelegenheden voor de Chinese gemeenschap, de zogenaamde suhian, geopend. Huizen van plezier waar men kon drinken en dobbelen, opium kon roken en kon luisteren naar lied jes van beroepsdanseressen en zangeressen. De stedelijke maat schappij had behoefte aan dergelijke plekken, daarom ook konden deze blijven bestaan en zich ontwikkelen. Met het ingaan van de twintigste eeuw werden verschillende amusementsgelegenheden geopend in Batavia. Één daarvan bevond zich in het Prinsen Park en werd beheerd door de NV Boven Handels Maatschappij. In dit park kon je ook 's avonds terecht voor amusement. In de overgangsperiode (1945-1958) kwamen veel mensen samen in een depot, een drinkgelegenheid waar men zich kon ontspan nen. Depots stamden uit de Nederlandse tijd; meestal lagen ze op een kruispunt van wegen. Je kon er versnaperingen krijgen, zoals kue Srikaya en verschillende Nederlandse lekkernijen. Ook kon je er kopi es drinken en waren er verschillende limonades uit een flesje te verkrijgen zoals Sarsaparila, Orange Crush en Zuurzak. Deze limonades werden geproduceerd door de Laudres limonade fabriek in het Asem-Reges gebied. Natuurlijk werd er ook bier geschonken aan degenen die het zich konden permitteren. Depots waren een ontmoetingsplek voor ambtenaren, werknemers van particuliere bedrijven, makelaars en werkzoekenden. Naast depots waren er ook andere plaatsen waar zij elkaar konden treffen, namelijk de Padangse koffiestalletjes die zich op verschillende markten in Batavia bevonden. Het enige nu nog resterende depot bevindt zich in de wijk Menteng, maar omdat de ambiance niet bijzonder aangenaam is, gaan de mannen van Jakarta liever naar één van de cafés, restaurants, winkelcentra of karaoke-bars die verspreid liggen over de stad. Vroeger herkende je een openbaar café aan de kleurrijke parasols en gestreepte stoffen luifels, zoals bij cafés in grote Europese ste den als Amsterdam, Rome en Parijs. Speciale cafés alleen voor Nederlanders zaten bij het Deca Park, voor het Prinsen Park, bij het plein van Sociëteit De Harmonie en voor het Hotel des Indes. Andere van dit soort Nederlandse cafés zaten in restaurants, zoals voor het Capitol en toko Njonja Oen te Noordwijk. Er waren ook besloten cafés, die op bars leken zoals Chez Mario aan de Jalan Thibault (Gang Tibo en Black Cat aan de Jalan Veteran. Zoals vroeger velen naar Batavia kwamen, trekken ook nu nog veel mensen uit Europa en Azië en uit Indonesië zelf naar Jakarta. Allerlei openbare plekken, zoals markten, dienden als plaats waar je elkaar kon ontmoeten. Je trof elkaar in een stalletje, een café of bar. Niet alleen om uit te rusten van een dag werken en onderhan delen, het was ook een plek waar je kon onderhandelen. Een gewoonte die vandaag de dag nog bestaat. Veel van de hier boven genoemde drinkgelegenheden zijn verdwe nen uit het huidige Jakarta. Het Prinsen Park bestaat nog wel en deze locatie is speciaal door de gemeente aangewezen als plek waar je 's avonds uit kan gaan. De gemeente haalt er dan ook veel belastinggeld mee binnen. Mannen die met geld willen smijten kunnen hier terecht in allerlei uitgaansgelegenheden. De bars, cafés en uitgaansgelegenheden zijn afgestemd op de smaak en sociale klassen van het grootstedelijke publiek van Jakarta. Er zijn uitbaters van restaurants in torenhoge, luxueuze gebouwen en uitbaters van stalletjes op het trottoir. Met het opbloeien van de olie-industrie in de jaren zeventig verschenen in Jakarta nieuwe uitgaansgelegenheden. Sommige bestaan nog, maar vele zijn alweer verdwenen. De cafés en bars weerspiegelen de maatschap pelijke vooruitgang. Dat kun je zien aan de gelegenheden die zich richten op westerse expatriates in de wijk Kemang, in Jakarta- zuid, of de bars die zich richten op Japanners en Koreanen.In Melawai in het zuiden van Jakarta, is een speciale wijk voor Japanners die in Jakarta werken, Little Tokyo genaamd. Zelfs tijdens de economische crisis van 1998 begonnen veel onder nemers samen met artiesten bars en cafés op een locatie die speci aal daarvoor door de gemeente ter beschikking was gesteld. Eén daarvan bestaat nog steeds namelijk het Kafe Tenda Semanggi, gelegen in het centrum van Jakarta. De evolutie van depot naar café laat goed zien hoe de bewoners van Jakarta tactisch hun weg door het leven uitstippelen. vertaling: Nantsje Mashoed januari 2004 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 15