00 Van schild tot siervaas uit de kunst Willem Coenraad Brouwer (1877-1933) was een pottenbakker, die zich voor de decoratie van zijn aardewerk onder andere liet inspireren door de volkskunst van de Asmat stam in het voormalige Nederlands Nieuw-Cuinea, nu Papua geheten. Naast deze volkskunst waren ook de versierings motieven van de Maori's op Nieuw-Zeeland voor hem een bron van inspiratie. Tijdens zijn studie voor tekenleraar in Leiden bezocht Brouwer het Museum voor Volkenkunde aldaar, en bestudeerde de volkskunst uit bovengenoemde lan den. Met name de vlakvulling en het lij nenspel van de tentoongestelde gebruiks voorwerpen boeiden hem. Na zijn oplei ding werkte hij in het boekbindersbedrijf van zijn zwager J.A. Loeber, waar hij ver sieringen en letters in houtsnijtechniek uitvoerde. Bij deze zwager kwam hij met de moderne kunstnijverheid in aanraking en kreeg hij belangstelling voor keramiek. Brouwer hechtte veel waarde aan ambachtelijk gemaakte siervoorwerpen. Hij was rond 1900 een van de weinige pottenbakkers van ons land. Zijn vormen ontstonden op de draaischijf in tegenstel ling tot de vele door giet- en perswerk verkregen hoofdvormen van de plateel bakkerij Rozenburg in Den Haag en Zuid- Holland in Gouda. Hij vond ook dat de versiering de vorm en functie van het ontwerp moesten onder steunen. Nadat Brouwer de modellen op de draaischijf had ontworpen en hij ze geslaagd vond, werden ze in series door zijn medewerkers uitgevoerd. De model len werden versierd met sgraffito (zie afbeelding), met inlegwerk (intarsia) of er werden met de ringeloorspuit slibdecora- ties aangebracht, zoals je bijvoorbeeld met een taartspuit taarten versierd. Ook experimenteerde hij met glazuren. Hij werkte veel met zwart en bruin, maar ook met de rustige tinten groen, blauw en geel. Kleuren die in het oude Nederlandse volksaardewerk veel voorkomen. Op de foto's ziet u een schild met een gesneden decoratie van abstracte motie ven van de Asmat stam. De verwantschap met de decoratie op de vaas van Brouwer in sgraffito techniek is treffend. Bij deze techniek wordt over het oppervlakte van de vaas een tabeerlaag van enigszins vloeibaar aardewerk in een contrasteren de kleur aangebracht. In de tabeerlaag worden motieven ingekrast of weggesne den, zodat de ondergrond weer te zien is. Zijn eerste potten maakte Bouwer in de jaren 1898-1900 bij de pijpen- en aarde werkfabriek van Goedewaagen in Gouda. In 1901 richtte hij een pottenbakkerij in Leiderdorp op waar hij tot 1933 actief was. Naast het sieraardewerk ontwierp hij vanaf 1906 ook veel bouwaardewerk in samenwerking met architecten, en tuinaardewerk zoals banken, bloempot ten en beelden, o Frans Leidelmeijer bespreekt iedere maand een kunstobject dat ontstaan is uit Europese en Indische kruisbestuiving. januari 2004 35

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 35