een hechte gemeenschap
DOOR CHAJA ZEEGERS FOTOGRAFIE JULIA RUIJTER
Armeniërs
op Java
Armeniërs waren een van de vele immigrantengroepen in Nederlands-lndië. Ze waren om handelsredenen naar Indië gekomen en kwa
men oorspronkelijk uit Perzië. Ze vestigden zich eerst vooral in Batavia, maar rond 1900 werd Soerabaja belangrijker. Het was een kleine,
maar uitzonderlijke groep. Naast een goede integratie in de Indische samenleving, bleven ze hun Armeense identiteit hoog houden.
'De Armeense gemeenschap was een zeer hechte gemeenschap.'
Hasmiek Kreeft-Arakiel leeft op bij de herinnering aan het leven
met de andere Armeniërs in Soerabaja. Ze mist het hele intieme
contact van de Armeniërs onderling. 'We zagen elkaar in de wee
kenden altijd. De mannen gingen zaterdags bridgen en dan gin
gen de vrouwen ouwehoeren. Elke zondag waren we er. Er werd
piano gespeeld door een Indische jongen, Harry Flem, die
getrouwd was met een Armeense. En dan werd er ook gedanst.
Niet-Armeniërs waren net zo goed welkom.'
Edgar Hall
De Armeniërs uit Soerabaja ontmoeten elkaar voor festiviteiten in
het gemeenschapsgebouw, de Edgar Hall. Dit gebouw stond op een
terrein in de wijk Ketabang. Een stuk grond van 2200 vierkante
meter was daar door de Armeense gemeenschap aangekocht.
Vanaf 1927 begon men met bouwen: eerst de Armeense St. George
kerk, de pastorie en de kosterswoning. Daarna kwam het schoolge
bouw. De Edgar Hall fungeerde niet alleen als bibliotheek, maar
ook als ontmoetingsplaats en feestgelegenheid. Nationale, reli
gieuze en educatieve Armeense feesten werden vaak uitbundig
gevierd. Verschillende verenigingen hielpen daarbij. Zo voerde de
muziek- en toneelvereniging Armeense stukken op en gaven
Vorig jaar mei plaatste Chaja Zeegers een oproep in Moesson.
Zij was op zoek naar Armeniërs afkomstig uit Nederlands-lndië
voor haar doctoraalscriptie geschiedenis. Circa dertig mensen rea
geerden. Mede dankzij deze hulp kon zij zeven Indische Armeniërs
interviewen. Hasmiek Kreeft-Arakiel (1922) was er een van.
moesson