uit de kunst Theetijd Theetijd. Ach ja, wie herinnert zich dat niet. Na de middag rust en mandibad in Indië, het gezamenlijke theedrinken met daarbij Indische lekkernijen. Bij ons thuis in Bandoeng werden deze klaargemaakt door mijn Indo-Chinese oma. Thee uit China is bekend en gewild. Daarom koos de Duitse of Oostenrijkse beeldhouwer Otto Hoffmann waarschijnlijk voor een Chinees bij het uitbeelden van een bediende met thee. Het beeldje is van gegoten brons en gesneden ivoor. Deze combinatie werd in de modernere tijden voor het eerst toegepast in België, naar voorbeeld van het klassieke Griekenland. In het klassieke Griekenland maakte de beeldhouwer Phydias een beeld van de godin Athene Parthenos op de Akropolis, gemaakt van goud en ivoor. Aan het einde van de 19e eeuw kregen westerse kunstenaars, als ze op zoek waren naar een nieuwe stijl, vaak hun inspiratie van oude stijlperioden. Op een wereldtentoonstelling in Tervuren (bij Brussel) werd in 1897 een grote tentoonstelling ingericht met zogenaamde chryselephanti ne: beelden in art nouveau stijl, gemaakt door veelbelovende Belgische kunstenaars, zoals Charles Van der Stappen. Chrysos is Grieks voor goud en het woord elephantine spreekt voor zich. Naast brons (al dan niet verguld) werd het ivoor ook gecombineerd met hout en andere materialen. Deze beelden werden gepresenteerd op sokkels van tropisch hardhout. Het ivoor en het hout kwamen uit de Kongo. In de 19e eeuw waren de grote mogendheden Frankrijk, Engeland en Duitsland het continent Afrika aan het verdelen. Deze mogendheden gunden de Kongo aan Koning Leopold II van België. De opzichters en beheerders van dit per soonlijk bezit van de monarch hebben er met harde hand geregeerd. Hele kuddes olifanten werden neergeschoten om hun ivoren slagtan den te bemachtigen. Dit ivoor wordt ook wel eens 'het witte goud' genoemd. Antwerpen werd het centrum van de ivoorhandel. De Kongolese bevolking werd gedwongen om onder barre omstandighe den in de bosbouw te werken. Wie weigerde, werd mishandeld of ver minkt. Deze excessen bereikten de westerse wereld. Onder druk van diezelfde grote mogendheden moest koning Leopold II zijn bezit over dragen aan de Belgische overheid. Deze maakte een einde aan deze wrede praktijken. In navolging van de Belgische chryselephantine-beeldjes in art nou veau stijl, ontstonden er in Europa rond 1920 centra in Parijs, Berlijn en Bediende met thee door Otto Hoffmann Wenen. Daar werden dergelijke art deco beeldjes van brons en ivoor gemaakt. Danseressen, elegante dames met hazewindhonden, pier rots en andere aandoenlijke kinderfiguren waren te koop in luxueuze winkels. Zoals ook het beeldje van deze Chinese bediende met zijn edele gelaatstrekken, gekleed in traditionele kledij en haardracht. Zo zullen de Chinezen er ook uitgezien hebben in het vooroorlogse Indië. Daar hebben ze in de handel een belangrijke rol gespeeld en in het huidige Indonesië doen ze dat nog steeds, o Frans Leidelmeijer bespreekt iedere maand een kunstobject dat ontstaan is uit Europese en Indische kruisbestuiving. april 2004 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 15