T~y Moesson, Postbus 2074, 3800 CB Amersfoort. Ij ll li/lil ^n^0l'd van de ingezonden brieven valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie. Freule Lieveke Interview Dick Visker Sibajak De oude Indische wereld Bijna 70 jaar geleden leerde ik haar op de Christelijke Europese Lagere School aan de Feithweg kennen. Zij was een paar jaar ouder dan ik. Haar volledige naam was Freule Lievelce baronesse Reede van Oudshoorn. Zij en haar familie behoorden tot de high society van Buitenzorg en woon den aan de Koepel- en Batoetoelisweg op de grens van de gemeente Buitenzorg en het plaatsje Batoetoelis. Als naaste buur hadden ze de familie Schuilen tot Peursum (ook van adel?). Vanuit hun mooie huis had je een adembenemend uitzicht op de machtige, blauwe bergen, de Goenoeng Gedé en Pangrango. Dit vergezicht werd gecomple teerd door de kali's Tjiliwoeng en Tjisadané, die aan de voet van deze bergen stromen. Lieveke deed haar naam eer aan; ze was zeer geliefd. Groot in bescheidenheid en dienst baar aan iedereen. Ze had een groot hart van 24-karaats goud en oogde bovendien hoogst aangenaam. Lieve kip deze! De woor den genit - mooie ondeugend kijkende ogen, kenes - koket en anstiel kwamen in haar tie nerwoordenboek niet voor. Zij was meer het type van een tomboy. In tegenstelling tot velen vond ze het woord gendo (meisje) en katjong niet minderwaardig of denigrerend. Integendeel, voor haar was het een koos naampje. Zo zei ze: 'Deze blanke gendo was, toen ze in de 7de Idas zat, heimelijk verliefd op haar klasgenoot de knappe katjong Barend Gagliardi. Is het nu geen schatje?' Tijdens de Pacific oorlog verhuisden we naar Kampong S.S. (Staatsspoorwegen) en Manggarai bij Meester Cornelis. De Japanse bezetting en de Bersiaptijd met zijn soeka doeka (lief en leed). Van het Buitenzorg front geen nieuws tot 1972, dertig jaar later. Toen ik op een dag met 'vechtgenote' Silvy bij onze goede vrienden Conna en Johan Heitinga (oma en opa van de talentvolle Ajaxied Johnny Heitinga) in Ter Aar op bezoek was, vertelde Johan dat hij met een echte barones uit Indië kennis had gemaakt. Ze heette Lieveke en woonde in Aarlanderveen. Hierop vroeg ik: 'Heet ze niet volledig baronesse Reede van Oudshoorn?' 'Ko' loe tahoe adje - wat weet je dat goed', zei Johan. 'Ajo Johan - niet te lang deze, breng me naar Lieveke', zei ik en met een tros ramboetans reden we naar haar toe. Ik herkende haar meteen, maar zij nam me van top tot teen op. Na een tijdje zei ze: 'Die andeng-andeng (moedervlek) op je kin en je mata nakal (ondeugen de ogen) doen me aan een jeugdvriendje denken.' Toen ik me bekend maakte, omhelsde ze me en zei: 'Bertje, wat ben je groot geworden (ik was één van de kleinere lcatjongs van de school), wat een verrassing!' De bos ramboetans maakte de verrassing nog groter. Na deze ontmoeting kwam ik haar vaak bezoeken en zal nooit vergeten hoe dolgelukkig ze was toen ik op een dag haar een paar hele peujeum-sampe (tapé singkong) a la West-Java bracht. Zij is altijd het kind uit de desa gebleven. Tijdens een bezoek zei ik eens dat haar huis met alle tweebenige en vierpotige inwoners op de ark van Noach leek, waarop zij lachend rea geerde: 'Je hebt gelijk Bertje! Onze oude baboe dalam Itjah zou hiervan gezegd heb ben: 'Aduh, katjida teuing ijeu non Lieveke tèh (adoeh, te erg toch deze noni, Lieveke). Sadajana atjak-atjakan kos lcapal roesak (een puinhoop is het, net als het wrak van een schip). Die Lieveke toch! Zij verhuisde naar Mijdrecht en Putten en langzamerhand wer den onze contacten minder. Lieveke is er niet meer. Zij is nu bij haar hemelse Vader. Op school leerden we dat het vaderhuis vele woningen heeft en ik ben er van overtuigd dat zij nu een woning heeft met uitzicht op de haar zo geliefde blauwe bergen en heldere kali's. Pileuleujan-pileuleujan Nèng Geulis - vaar wel lief meisje. Bert Simon, Amstelveen Zomaar een reactie van ons na lezing van het interview: 'Terlaloe! Ons KNIL zo nala tig'. Wij zijn verdrietig dat het leger de heer Visiter's inzet en documentatie nooit heeft gehonoreerd. Wat zou Moesson en wij, de abonnees, hieraan kunnen doen? Samen sterk toch? Ook aandacht voor onze Moesson van Defensie? Eindelijk Visiter's verhaal in Moesson over zijn Indisch familiearchief. Wat hebben velen hem geraadpleegd over hun voorouders. Ze zijn hem dankbaar nu alles over hun verleden op papier staat. Op open dagen was ook immer zijn vrouw daar, onder andere om ons te laven en aan te horen. Opnieuw doet hij een oproep toch te blijven speuren naar de kleine of grote geschiedenis van je voorgeslacht. Schenk ze je vergeelde foto's, documenten, tijdschrif ten en boeken. De grote wens: een eigen Indisch Museum; wanneer zal dat er komen? Het heeft wat lang geduurd onze waardering te uiten voor zijn vele werken en ook voor onze Moesson. Chapeau heer Visker. In de hoop dat de heer Visker alsnog zijn erkenning van KNIL mag ontvangen. Wij zijn hem erkentelijk voor de vele om vangrijke werken en inspanningen ten behoeve ons Indisch verleden. Rest ons hem nog goede gezondheid toe te wensen en regelmatig van hem en zijn herinneringen in Moesson te mogen lezen. Misschien ook een gedicht? Fam. R.J. Jenny, Den Haag Mijn moeder Corrie Gmelig Meyling-Schotel vertrok op 22 april 1937 per trein vanuit Den Haag naar Marseille, om daar in te schepen op de Sibajak op weg naar Indië. Op 27 april passeerde het schip Port Said in Egypte. Daarna voer het schip in negen dagen vanaf Suez naar Colombo en passeer de vervolgens op zondag 9 mei Sabang. Op donderdag 13 mei kwam de Sibajak in Tandjong Priok (Batavia) aan. Mijn moeder zit rechts op de foto. Wie zijn de overige per sonen? Mogelijk dat daarbij ook de echtpa ren Ingenegeren en Gorter staan. Graag informatie aan Dick Gmelig Meijling, Schaardijk4, 3431 WKLopik. Verrast door de foto uit Moesson van decem ber 2003 op bladzijde 18 bij het artikel 'De oude Indische wereld', en tegelijkertijd ver baasd over het bijschrift, gingen wij ermee aan de slag met de voortreffelijke hulp van de medewerksters van Moesson. Het echtpaar op de foto stelt namelijk onze overgrootou ders voor. Op de achterkant van de originele foto staat 'Brinks - Kebon Sirih' met de hand geschreven (waarschijnlijk door de 30 moesson

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 30