Spiegel van de Indische poëzie Zonsondergang op Saparua Lekker slapen! Zonsondergang op Saparua De halve zon verft rood, geel, blauw behang. Zag ik zo'n doek, dan werd ik vast niet goed, terwijl het hier iets stemmigs met me doet. Red, yellow, blue. 'k Voel me senang, niet bang. Twee vissers peddelen de ondergang met vaste, trage slagen tegemoet op weg naar nachtvissen, groen inktvisbloed. Er schijnt een lichtje aan een boegsprietstang. We lopen in de lauwe wind langs erven waar matten vol met myrthe-bloemen sterven, krimpend tot kruidnagels, het oud gewin van Compagnie en Heeren Zeventien (en ook hun koopman Rumphius misschien). Hier heerst geen wrok. Men groet ons niettemin. De dichteres Patty Scholten heeft in haar bundel Een tuil zeeanemonen (2000) veertig sonnetten gewijd aan Rumphius en de wonderwereld van de Molukken. Net als het werk van deze zeventiende-eeuwse natuur onderzoeker, die ook Maria Dermoüt wist te inspireren, getuigen ook Scholten's gedich ten van een grote liefde voor flora en fauna van de Indonesische archipel. Het laatste deel van haar bundel bevatten indrukken van een reis die ze niet lang voor het vol tooien van deze cyclus heeft gemaakt. Samengesteld door Bert Paasman en Peter van Zonneveld Wat fijn dat er niet alleen officiële portretten uit de oude tijd zijn over gebleven. Maar ook bijvoorbeeld dit kiekje. Paatje gaat slapen, gekleed in slaapbroek met wit katoenen band. Het koele bed met goeling is uitno digend, de klamboehaken houden het muskietennet open. De sloffen liggen op het nachttafeltje. De foto zal van rond 1920, 1930 zijn en is iets aangetast door de tijd, maar we kun nen de man op de foto bijna horen zeggen: 'En nu wegwezen, want pa wil rusten!' juni 2004 37

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 49