'Je moet echt zijn tegen je spelers' ANDRE WETZEL FC AMSTERDAM FC Den Haag bij ons op de stoep stonden. Mijn vader liet ze duidelijk weten dat ze terug konden komen als ik mijn school had afgemaakt. Dat was best opmerkelijk, want we komen uit een gezin waar veel om het voetbal draaide. Mijn oudste broer Roland en mijn jongste broer Ruud voetbalden ook. Ruud heeft nog in de eerste divisie gevoetbald en is op dit moment jeugdtrainer bij Vitesse. Mijn vader heeft nog in Indië gevoetbald. Hij is gestopt vanwege een knieblessure.' Kun je ons iets meer over je achtergrond vertellen? 'Ik ben in Soerabaja geboren. Roland, mijn oudste broer, heeft in Malang het levenslicht gezien. We hebben op verschillende plekken in Oost-Java gewoond. Mijn ouders hebben de vrijheidsstrijd in Indonesië van zeer nabij meegemaakt. Mijn oma, de moeder van mijn vader, is tijdens de bersiap door Indonesiërs gedood. Ze hielp mensen, ergens in een kampong, toen ze door strijders om het leven is gebracht. Mijn vader heeft in Indonesië bij de politie gewerkt en op een suikerplan tage. In 1955, vlak voor de Nieuw-Guinea kwestie, zijn we gevlucht. We gingen "met verlof", maar waren niet van plan terug te keren. Ik heb geen herinneringen aan die tijd. Soms denk ik dat ik wat weet, maar dan blijkt toch dat ik het gehoord heb. Ik was pas drie toen ik op de Oranje naar Nederland kwam.' Ben je later nog teruggekeerd naar Indonesië? 'Ik ben er enkele jaren geleden met mijn vrouw naartoe gegaan. We hebben twee maanden rondgetrokken. Wat een fantastische erva ring! Mijn ouders zijn eveneens teruggeweest. Ze hebben daar graven bezocht. Zij hadden niet zulke positieve emoties bij het weerzien. Voor hen was alles anders geworden, ik begrijp dat wel. Zij kunnen vergelij ken, ik niet.' Hoe verliep de zogenoemde integratie in Nederland? 'Mijn vader moest van voren af aan beginnen. Ik zie mijn vader eigen lijk alleen maar studerend aan de eettafel. Hij heeft tien tot twaalf jaar lang alleen maar aktes behaald. Hij is in Nederland begonnen in de laagste baan bij het ministerie van Defensie. Toen hij met pensioen ging, was hij referendaris, één van de hoogste rangen als ambtenaar.' Toch wel een opmerkelijke overeenkomst, gezien je eigen carrière. Heb je hier inspiratie uit geput? 'Jazeker. Ik heb altijd een voorbeeld genomen aan de wilskracht en onverzettelijkheid van mijn vader.' Nu we het toch weer over je voetbalcarrière hebbentijdens één van je eerste publieke optredens als hoofdcoach van Willem II kwam je nors en afstandelijk over. 'Dat heb ik heel bewust gedaan. Ik bevond me als trainer in een zeer nadelige situatie. Ik heb altijd gezegd datje beter een slechte trainer kunt opvolgen dan een goede, Mark Wotte in dit geval. Verder kun je beter een ondermaats presterende ploeg overnemen dan een ploeg die boven verwachting presteert. Willem II stond op het moment dat ik het overnam van Mark vijfde, dat was een wel zeer rooskleurige posi tie. Daar kwam nog eens bij dat er onrust was in de club. Zo kreeg ik te maken met acht spelers die per 1 juli 2004 niet meer onder contract bij Willem II stonden. Ik had het eigenlijk niet moeten doen. Ik had alles te verliezen en niets te winnen. Ik heb het toch gedaan, voor Mark. Hij kon op deze manier de overstap naar Feyenoord maken. Dat kan in een later stadium weer goed zijn voor mij. Ik kan me niet voorstellen dat het bestuur blij was met dat interview. 'Nee, dat klopt. Maar door dat interview heb ik iedereen bewust gemaakt van de problemen waar de club voor stond. Dat gaf mij lucht. Verder liet ik op die manier zien dat ik achter de spelers stond. Uitein delijk heeft het goed uitgepakt. De meeste spelers zijn gemotiveerd gebleven en we zijn als zevende geëindigd; vier plaatsen hoger dan vorig jaar.' Je hanteert een zeer directe en expliciete aanpak. Dat is niet een typisch Indische eigenschap. 'Ja, dat klopt. Je moet niet vergeten dat ik zelf topvoetbal heb gespeeld en jaren met die mentaliteit te maken heb gehad. Bovendien, trainen en lesgeven, het is allemaal gedragsbeïnvloeding. Als je gedrag wil beïnvloeden dan kun je niet anders dan consequent en duidelijk zijn. Dat weetje bij een kind van drie al. Ik wil consequent en duidelijk zijn. Als er spelers zijn waar ik het niet in zie zitten, zeg ik ze dat. Recht in het gezicht. Ik benader ze overigens wel met respect. Je moet echt zijn tegen je spelers.' Maakt je onafhankelijkheid een dergelijk functioneren mogelijk? 'Ik vind het belangrijk dat ik kan zeggen wat ik wil en dat ik kan doen wat ik wil. Mijn norm is bepalend. Ik ga daar niet mee schipperen uit angst dat ik anders misschien mijn baan kwijt ben. Noem het maar Indische trots. Ik wil handelen naar mijn norm, anders verloochen ik mezelf. Ik doe datgene dat ik denk dat juist is en dat beargumenteer ik. Ik ben niet alleen maar rechtlijnig, ik kan luisteren.' o moesson

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 14