Spiegel van de Indische poëzie Pulau P. jVAi. r A A *v..* iw -v Een vraag ontmoet een vraag en nader dan een glimlach kunnen wij niet komen: de taal is blind gebleven door eeuwen heen. Voor zien is het tot woedens toe te laat. Pulau P. Het huis, wat ervan over is, wordt nog verankerd door wortels die zich voeden aan vergankelijkheid. Onder de gebroken spanten ruist oud blad. Bomen groot als reuzen nemen het verleden in beslag van wie hier ooit in staatsie woonden. In de gebarsten muren staan hun blinde woorden als littekens gegrift. Prijsgeven en achterlaten. Een vrouw loopt door de tijd, haar sarong opgebonden, een emmer water op het hoofd. Zij wenkt haar kleine kind dat fronsend naar ons kijkt. Weerzien met Indonesië roept een amal gama van gevoelens op. Dat blijkt uit de zogenoemde 'terugkeerromans', dat blijkt ook uit de Indische poëzie. Schrijfster en journaliste Corina Engelbrecht, die eerder gedichten publiceerde over haar Indische jeugd en over de oorlog Nacht en rijzende zon van 1983), heeft ook aan dit thema enkele verzen gewijd. Ze zijn opgenomen in Onder de gebroken spanten (2002). Samengesteld door Bert Paasman en Peter van Zonneveld juli 2004

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 31