Wendingen in het Erasmus Huis uit de kunst o door Frans Leidelmeijer Losse nummers van het beroemde tijdschrift Wendingen zijn tegen woordig zeldzaam en gewild. Ook in Wendingen, spreekbuis van de Amsterdamse School, zijn Oosterse invloeden terug te vinden. Architect! Het tijdschrift Wendingen werd opgericht op initiatief van de Amster damse architectenvereniging Architectura et Amicitia, die onderafdelin gen had door heel het land. Het verscheen tussen 1918-1932, in totaal 116 nummers. Wendingen was de spreekbuis van de Amsterdamse School, de expressionistische architectuurstroming die ook de toegepaste kunst uit die periode heeft beïnvloed. De architect H.T. Wijdeveld, die een aan hanger was van deze stroming, werd de hoofdredacteur en vormgever. Meer nog dan zijn architectuur is het vooral deze rol van woordvoerder van de Amsterdamse School die hem onsterfelijk heeft gemaakt. Hij werd door een uitgebreide redactie bijgestaan. Die bestond uit archi tecten met klinkende namen als P. Kramer, J.F. Staal en C.J. Blaauw, J.L.M. Lauweriks, E. Kuipers en J. Gratama en de schilder/graficus R.N. Roland Holst. Door zijn werkzaamheden voor Wendingen onderhield Wijdeveld con tacten met belangrijke Europese expressionistische architecten en kun stenaars. Maar ook met de Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright, wiens werk veel invloed heeft gehad op de Nederlandse architectuur en binnenhuisarchitectuur uit de periode 1910-1930. In 1925 werd door Wijdeveld zeven nummers van Wendingen aan hem gewijd. Naast vernieuwende internationale architectuur kwam ook Aziatische, Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse kunst aan bod. Zoals in het afgebeelde nummer dat in oktober 1928 verscheen. Daarin is een artikel van T.B. Roorda opgenomen over Hindoe-Javaanse beeldhouwkunst. De gelitho grafeerde omslag is van J.ten Klooster. De belangstelling voor de natuur kwam tot uiting in speciale nummers over kristallen en schelpen. Men zag hierin voorbeelden voor het orga nische bouwen. In een speciaal nummer gewijd aan de dans, waarin ook veel Javaanse en Balinese dansen zijn opgenomen, vergelijkt Wijdeveld de ruimtelijkheid van de dans met architectuur en beeldhouwkunst. Wendingen werd uitgegeven in een kostbare en kunstzinnige uitvoering, waardoor het nu naast een blijvende informatiebron, ook verzamelob ject is geworden. Het heeft een vierkante vorm en de omslagen werden ontworpen door beroemde kunstenaars zoals de Rus El Lissitzky. De bladzijden, vaak van rijstpapier en waarvan de achterzijde onbedrukt bleef, zijn met elkaar verbonden als bij een Japans blokboek en inge naaid met raffia.Toen het voor het eerst verscheen, baarde het in Europa veel opzien. Er kwam een Engels- en Duitstalige versie en er verscheen ook een luxe-editie met een harde cover. Opvallend is de typografie, ontworpen door Wijdeveld. De versieringen, letters en cijfers werden met hetzelfde zetmateriaal, dat voornamelijk uit lijnen bestond, opgebouwd. Het resultaat was een eenheid tussen versiering en tekst, die door de gecompliceerde opbouw wel eens on leesbaar is. Deze Wendingen-typografie zou zich snel verspreiden. In de laatste jaren van haar bestaan, als Verkruysen Wijdeveld heeftop- gevolgd als hoofdredacteur, wordt de typografie leesbaarder en komen functionalistische stromingen meer aan bod. Het wordt echter allemaal wat minder spannend dan onder Wijdeveld. In 2001 heb ik als gastconservator in het museum De Beijerd in Breda een tentoonstelling gemaakt over Wendingen uit de collectie van Mar- tijn F. Ie Coultre. De tijdschriften werden gecombineerd met objecten die hierin afgebeeld stonden. Eind september mag ik in het Erasmus Huis, het Nederlandse culturele centrum in Jakarta, opnieuw als gastconservator een tentoonstelling maken van diezelfde collectie Wendingen. Dit keer zal het accent vooral liggen op de grafische kunst. Erasmus Huis, Jl. Rasuna Said Kav. S-3, Kuningan Jakarta i2g$o, Indonesië, www.erasmushuis.or.id Frans Leidelmeijer bespreekt iedere maand een kunstob ject dat ontstaan is uit Europese en Indi sche kruisbestuiving augustus 2004 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 15