In mijn vorige artikel schreef ik al dat mijn moeder gevraagd werd om in een toko in Haar lem te helpen koken. Ja ren heeft zij daar gewerkt, maar het werd te zwaar voor haar omdat zij thuis drie kleine kinderen had. DOOR CISKA CRESS O FOTOGRAFIE SERGE LIGTENBERG met Ciska Cress Cu inair Er werd overeengekomen met de tokobaas dat mijn moeder thuiswerk ging doen. Of zij dan de snacks thuis kon maken. Zij maakte per week ongeveer vijftig pasteitjes, vijf tig risolles, vijftig loempia's en nog andere Indische snacks. Mijn interesse was meteen gewekt. Als ik mijn moeder bezig zag met het omvouwen van de loempia's, het maken van de risolles-pannenkoekjes en het maken van een mooi pasteirandje, wilde ik het ook leren. En zo werd ik spelenderwijs opgeleid voor mijn latere carrière. Al snel werd het aantal snacks met zo'n driehonderd stuks van elk vermeerderd. Dus na schooltijd werd ik het hulpje van mijn moeder. Toen mijn moeder 12 1/2 jaar voor deze toko werkte, gaf de tokobaas een feestje voor haar en ook de plaatselijke pers was aanwezig. De volgende dag verscheen in de krant een leuk stukje over haar. Hoeveel pasteitjes zij in al die tijd gemaakt had, wisten ze niet precies, maar de krant schreef:'In deze 12 1/2 jaar heeft mevrouw Cress wel zo'n 2500 kilometer aan pasteitjes gemaakt, wanneer je ze allemaal achter elkaar zou leggen'. Leuke uitdrukking toch! Jaren later toen het allemaal teveel werd voor mijn moeder, heb ik haar handel over genomen. En voor dezelfde tokobaas leverde ik dan de pasteitjes, risolles, loempia's en de andere snacks. Naast mijn andere bezigheden heb ik dit werk toch nog zo'n zevenentwintig jaar gedaan. Om in kilometers uit te druk ken: het zal wel twee keer heen en weer naar Indonesië zijn geweest. Ik herinner mij dat in 1965 de tokobaas met zijn toko op de pasar malam in Groningen ging staan. Mijn moeder moest toen zo'n drieduizend pasteitjes maken. Het hele huis stond vol met dozen pasteitjes en elke dag weer werden die opgehaald. En tot mijn grote blijdschap vroeg de tokobaas mij om op de pasarte helpen met de verkoop hiervan. Met grote tegenzin van mijn ouders - ik was pas 15 jaar - mocht ik mee. Het was een leuke ervaring om de pasteitjes van mijn moeder zo rechtstreeks te mogen verkopen. En ik denk dat sindsdien het pasarwereldje in mijn bloed is blijven stromen. Leuk om dan vijfentwintig jaar later zelf met een restaurant op de Pasar te staan. Maar dat is zoals u weet ook al niet meer gaande en pasteitjes maken doe ik nog maar zelden. Maar om weer even in die sfeer te komen, geef ik u hierbij de recepten van pasteitjes en het deeg. De pasteitjes kunt u na het frituren eerst afkoelen en in de diep vries bewaren, zodat u altijd iets lekkers bij de hand hebt. Tot de volgende maand! 41

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 41