De ambivalentie van Shinkichi Tajiri
De Japans-Amerikaanse kunstenaar Shinkichi Tajiri bevocht de Duitsers in de Tweede
Wereldoorlog. In Italië raakte hij gewond. 'En als dank hiervoor kregen mijn ouders in
Amerika drive-by shootings en werden we gediscrimineerd.'
DOOR SHEILA VAN RHOON O FOTOGRAFIE ARMANDO ELLO
Geallieerd
Japans en toch geallieerd. Dat gold in 1941 voor vrijwel alle 120.000
Amerikanen van Japanse komaf, woonachtig aan de westkust van de
Verenigde Staten. In de Tweede Wereldoorlog vochten duizenden van
hen tegen de nazi's, en hiermee dus indirect tegen hun 'eigen volk'. Al
is dat laatste een te groot begrip voor de Nisei: de generatie Japanners
die geboren en getogen is in het Amerika van de jaren twintig. Shinkichi
Tajiri (Los Angeles, 1923) is zo'n Nisei en heeft zijn leven lang een dubbel
gevoel tegenover zowel Amerikanen als Japanners. Het zijn allebei zijn
mensen niet.
Op de oprijlaan bij zijn Limburgse kasteel Scheres worden net de laatste
beelden van zijn overzichtstentoonstelling uitgeladen. Op deze expositie
in het Nijmeegse museum Het Valkhof kwamen 31.964 bezoekers af,
meer dan gemiddeld. In de hal torent de stalen 'Machine No. 6' uit
1967 metershoog boven de kunstenaar uit. Het is de voorloper van de
nieuwste, witte krijgers uit de jaren 1996-2003. Deze witte ronins staan
nog verpakt in hout en plastic achter elkaar opgesteld in een zijvleugel
van het kasteel. Enkele polyester/fiberglass knoopbeelden, waarmee
Tajiri definitief doorbrak in de kunstwereld, staan buiten. Tajiri's werk
is te zien van Tokyo tot New York. Ook in Nederland zijn enkele van zijn
knopen te zien, zoals die van het meeting point op Schiphol, of bij paleis
Noordeinde in Den Haag.
Amerika
'Ik heb me mijn leven lang een displaced person gevoeld', vertelt Tajiri in
de woonkamer in de nok van het kasteel. Hij praat met zachte stem. Dat
zwervende gevoel van nergens thuis te horen had hij al toen hij in Ame
rika woonde, en dat is niet veranderd sinds hij in 1956 naar Nederland
kwam. Reden voor de intercontinentale vlucht was de continue discrimi
natie tegen Japanners. Dit was in de jaren veertig niet iets nieuws. Toen
de grote stroom Japanse emigranten rond 1895 naar Amerika kwam, gol
den er al speciale regels waar Aziaten zich aan moesten houden.Tajiri:
'De generatie van mijn ouders werd als shit behandeld. Het enige dat ze
deden was werken, en als ze driejaar de grond hadden bewerkt, konden
ze weer vertrekken. De wet verbood hen grond te kopen. Daar ben ik nog
steeds woest over. De Amerikanen hebben de Japanners bedonderd.'
'Mijn ouders spraken nooit over hoe ze behandeld werden. Mijn vader
ken ik nauwelijks. Hij sprak geen Engels en ik geen Japans. Ik kan me niet
herinneren ooit een gesprek met hem te hebben gevoerd. Bovendien
augustus 2004 45