'Wij zaten vast zonder enige vorm van proces, we hadden niets misdaan' Tijdens de Tweede Wereldoorlog vochten er 15.000 Japans- Amerikaanse soldaten in Europa. In Amerika is nooit enig bewijs van Japans-Amerikaanse spionage gevonden. In 1983 gaf de Ameri kaanse regering voor het eerst toe dat zij een onrechtmatige daad had verricht en bood herstelbetalingen aan. Voor meer informatie over dit onderwerp, Lezen: http://www.jamsj.org http://www.uen.org/themepark/liberty/japanese.shtml kijken:The Fred Korematsu Story, van Eric Paul Fournier, 2000 Yankee Samurai, Belbo Film Productions, Amsterdam 1988 een vreselijk geluidje hoort het echt aankomen. De dag ervoor hadden we een heuvel ingenomen, en de ochtend van de ge werd ik direct ingeschakeld om een bericht over te brengen. Ik had niet geslapen en niet gegeten. Net toen ik even rust had en een hap soldatenvoer wilde nemen, werden we aangevallen. Ik zette het op een rennen maar vergat mijn karabijn. Ik zei dat tegen een andere soldaat en hij gaf me een echt officierspistool. Wat was ik trots! Ik bond het holster al voor en vroeg om munitie. "Dat heb ik niet meer", zei hij. De aanval werd sterkeren we moesten dekking zoeken. Ik lag op mijn buik op een grote steen toen ik een enorme dreun op mijn dijbeen voelde. De kogel die mij raakte was eerst op de steen geland en daarna in honderd stukjes uiteengespat en bij mij naar binnengedrongen. Dus daar lag ik. Twintig jaar oud, ergens in Italië, zonder geweer, met een .45 wapen zonder munitie, de medic die bij mij in de buurt lag was dertig seconden tevoren geraakt en dood, een walkie talkie zonder batterij, een been dat eruit zag als gehakt en mijn familie gevangen in een concentratiekamp. Het was oorlog en ik had nog geen schot gelost, wel had ik per toeval twee Duitsers gearresteerd die met hun handen omhoog de bosjes uit waren komen lopen, en dat was het. "This is ridiculous", riep ik en ik smeet alles wat ik had richting de Duitsers. "You fuckers!", schreeuwend. Ze zaten zeker tweehonderd me ter verderop, maar dat interesseerde me niet, ik was kwaad. Natuurlijk ook in shock, dus ik voelde de pijn niet zo.' Het moest nog vier uur duren voordat Tajiri werd opgehaald en naar het ziekenhuis werd vervoerd. Tajiri stroopt zijn broek op en laat een meer dan dertig centimeter lang litteken zien.'Er zitten nog steeds fragmenten van de steen in. Wij waren kanonnenvoer, maar ik heb nooit gedacht dat ik zou sterven. Zelfs voordatje gewond raakt denk je er nooit aan datje kunt sterven. Dat overkomt jou simpelweg niet. Ik was gewoon een kleine man op een totempaal, en als ik iemand had moeten neerschieten, had ik hem waar schijnlijk gemist, expres. Je moet gewoon de oorlog meespelen. Achteraf heb ik me altijd afgevraagd; waarom heb ik het overleefd? Ik ben niet religieus, maar waarom leef ik nog? Ik denk dat iedereen die in een catastrofale situatie is geweest zich dat afvraagt. Ik geloof niet in God als een georganiseerde religie, maar ik geloof wel in een kracht. Voor mij betekende het dat ik voorbestemd was om iets speciaals te doen met mijn leven, misschien moest ik een payback doen aan iets.' Terug Na dienst ging Tajiri terug naar Amerika, dit keer naar Chicago waar zijn moeder woonde. Maar er was niets veranderd.'Ik was teleurgesteld in Amerika. We mochten niet over onze oorlogservaringen praten, de me dia had nooit iets gepubliceerd over de interneringskampen. Ik werd nog steeds uitgescholden, nagepraat, en er waren nu zelfs drive-by shootings, gericht op Japans-Amerikaanse staatsburgers. Als kunstenaar moetje uitzoeken wie je bent, en als mensen elke dag tegen je zeggen: "je bent een Jap", dan blijf je dat. Dus ik zei: screw America, en ging in 1948 naar Frankrijk. Parijs was prachtig, daar lieten de mensen je met rust als je er vreemd uitzag.' Tajiri kwam in Parijs in contact met kunstenaars als Ferdinand Léger, Ossip Zadkine en Hundertwasser. Ook ontmoette hij er zijn inmiddels overleden vrouw, de Nederlandse kunstenares Ferdi. In 1956 besloten de twee naar Nederland te verhuizen.'In Holland was de manier waarop mensen me behandelden weer anders. Ik kan me een geval nog goed herinneren. Ik zat aan een bar en een meisje zat de hele tijd naar me te kijken."Je ziet eruit alsTojo", zei ze tegen me. Met andere woorden, ze wilde me een 'Jap' noemen en aangeven dat ze in een Japans kamp had gezeten. Ik had nog nooit van Tojo gehoord en wist niet eens dat de Japanners Indonesië bezet hadden. Dit ontdekte ik later pas. Een keer was ik in Maastricht en een man zei tegen me: "Ik kan ook in het Japans tellen". Dus ik zei:"wat leuk, waar heeft u dat geleerd?""In het kamp", zei hij. Hij wilde alleen maar laten zien hoe groot zijn hekel aan Japanners was. In het begin heb ik nooit geprobeerd uit te leggen hoe het met mij zat, ik wist zelf nergens iets van.' 'Ik heb altijd gemengde gevoelens over de oorlog gehad. Ik heb een band met Japan, door mijn ouders. Dus in zekere zin bevocht ik mijn eigen mensen. Maar je moet het rationaliseren. Japanners uit Japan zijn niet mijn mensen, we hebben een totaal andere achtergrond. Ik ben een keer in Japan geweest omdat er een expositie was van mijn werk. En het is een heerlijk gevoel om allemaal mensen te zien die op jou lijken, maar we zijn te verschillend. In Amerika moesten wij altijd stil zijn. Je bent een minderheid dus hou je je gedeisd. Maar toen ik in Japan was, zag ik in cafés en barretjes allemaal mannen schreeuwen en lallen, over zichzelf struikelen. Ik was verbijsterd. Het was een ander soort mensen. Op straat hoor je de geluiden, de taalklank en de geuren, alles komt bekend voor, maar tegelijkertijd ken je het niet. Je verstaat de taal niet. Als je een Europeaan bent en je gaat naar Japan, verwacht je dat alles er anders uitziet, dus de shock is minder groot. Ik was een Japanner, dacht dat ik naar huis zou gaan, en eenmaal daar bleek dat niet zo te zijn. Ik was opnieuw een outsider. Ik zou daar nooit kunnen passen, al die regels en voorschriften. Daar denken ze dat ik een stomme barbaar ben. Punt is dat ik een mix ben tussen oost en west. Ik weet echt niet wat ik ben en daar zal ik ook nooit uit komen. Ik voel me Amerikaan, maar de Ameri kanen hebben mijn ouders, hun generatie en mijn generatie schandalig behandeld. Ik vocht voor hen, ben neergeschoten voor hen, maar zij beschoten mijn ouders. Ik kan ze dit niet vergeven, hoe vaak ze ook hun excuses aanbieden.' o

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 48