Augustus Indië vergeet je nooit Oliveo uit Indië. En Pijnacker? column o volgens Vilan van de Loo Indie blijft ons bezighouden en Indië vergeet je nooit zijn alweer het dertiende en veertiende deel in de serie Met het vergeten leger in Indië. Net als in de voorgaande delen verhaalt Ant P. de Graaft door de bril van gewone jongens die in Indië hebben gediend over de roerige periode na de capitulatie van Japan in augustus 1945. Als de verhalen in de boeken van Ant P. de Graaft één ding laten zien is het wel dat hoewel de oorlog inmiddels meer dan een halve eeuw geleden is, hij voor veel mensen nog steeds dagelijkse realiteit is. In Indië blijft ons bezighouden en Indië vergeet je nooit wordt een roerige periode uit de Nederlandse geschiedenis teruggebracht tot menselijke proporties. Indië blijft ons bezighouden door Ant P. de Graaff Van Wijnen: 143 pagina's (paperback) ISBN go 5794 2664 Prijs: 12,95 Indië vergeet je nooit door Ant P. de Graaff Van Wijnen: 160 pagina's (paperback) ISBN go 5194 269 g Prijs: 12,95 Voetbalvereniging Oliveo uit Pijnacker viert volgend jaar haar 75-jarig bestaan. Het gerucht doet de ronde dat Oliveo uit Indië, de club van (aspirant) officieren van het KNIL, de inspiratiebron was voor de naamgevers van de Pijnackerse voetbalvereniging. Harry Kerklaan, schrijver van het volgend jaar te verschijnen jubileum boek van Oliveo, wil heel graag weten of het kan kloppen, dat er in 1930 in Pijnacker iemand woonde die bekend was met de naam Oliveo uit Indië. Kunt u Harry helpen, u mag hem bellen op 010- 4 2 5 66 94. En als je ouder wordt, zegt de volksmond, dan zul je milder zijn, dat hoort zo en het gaat vanzelf, omdat je dan wijzer bent en daardoor ook vergeeft. Een mooie gedachte, dat wel, alleen volstrekte onzin. De meeste ouderen die ik ken, beginnen op scherpte te komen vanaf zestig, zeventig jaar en is iemand de tachtig gepasseerd, dan durf ik niet meer tegen te spreken. Vooral als de jaren van toen het onderwerp van gesprek zijn. Oorlog, kampen, bersiap. Dan naar daar gaan, Nederland. Om er te moeten blijven. Daar is voor mij hier, mijn geboortegrond. Wanneer ik oude romans lees en droom over vroeger, reis ik terug in de tijd, dankzij herinneringen van anderen. Maar soms verdwaal ik tussen wat daar en hier is. Een paar jaar geleden zat ik op een wankel stoeltje temidden van veel ouderen. Het was 15 augustus en net als zij was ook ik in de pendelbus gestapt die voortdurend heen en weer ging van het Congrescentrum naar het Indisch Monument. Een veld van stoeltjes wachtte ons op, een brandende zon en veel woorden door een geluidsinstallatie. Ik luisterde niet goed, want ik keek om me heen naar de anderen. Zij weten wat oorlog is, begreep ik, en wie van hen draagt het met zich mee, dag in, nacht uit, tot het niet meer hoeft? Deze dag brengt me naar Jo Manders.de vrouw die in 1967 vroeg:'Nooit is er enige aandacht besteed aan hen die daar [in Indië] een lange lijdensweg hebben afgelegd - en de velen die daar een naamloos graf hebben gevonden. Weet iemand in Holland hier iets van?'Jo wist het antwoord, en ook dat het veranderen moest. Zij richtte een stichting op, zorgde er met anderen voor dat er een standbeeld kwam voor vrouwelijke oorlogsslachtoffers in Indië en schreef boeken over het kamp en wat daarna kwam. Één daarvan is de roman Over gloeiende Sintels. 'Niemand in Nederland heeft zich ooit druk gemaakt over de moedige sabo tagedaden, die door Indische jongens, Indonesiërs, Chinezen, Ambonezen en Menadonezen ten uitvoer werden gebracht! Er is nooit aandacht geschonken aan de vele jonge kerels, die er het leven bij inschoten. Wie weet hier hoeveel Indische, Indonesische, Chinese families onderduikers verborgen? Met het gevaar voor ogen van een vreselijke marteldood. Dat jonge kinderen en meisjes de bergen ingingen om de saboteurs voedsel, medicijnen, munitie en berichten te brengen, is hier onbekend gebleven. Hoe groot de schade was, die de Jappen door sabotage werd toegebracht? Ook daarvoor heeft later zich niemand geïn teresseerd. Illegaliteit! Europa denkt, dat het woord een Europese uitvinding is! Zelfs wij, die in kampen opgesloten zaten, wisten beter.' Toen Jo Manders dit schreef, was zij een vrouw op leeftijd. Niet mild gewor den, juist niet, en in haar woede voel ik een grote kracht. Daarmee bleef ze vertellen over wat geweest was en wat niemand mocht vergeten. Elk boek als een monument. Ontzagwekkend. Jo Manders: Over gloeiende sintels. Nijmegen, 1971 Vilan van de Loo moesson

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 6