terieel verlies was vooral ernstig voor degenen,
veelal Indische Nederlanders, die hun spaargeld
voor de oude dag belegd hadden in hun huis.
Niet alleen hun huis, maar ook hun onbezorgde
oude dag was in rook opgegaan.
Stadsplanning
In de laatkoloniale tijd komt de stadsplanning
op in Nederlands-lndië. De bekende architect
Thomas Karsten speelde hierin een sleutelrol. Hij
heeft bestemmingsplannen voor meer dan een
dozijn gemeentes opgesteld. Niet iedereen was
gelukkig met zijn werk. Gemeenteraadsleden
in Padang klaagden over de te dure sigaren die
Karsten rookte.Toen de Padangse burgemeester
wat al te veel met Karsten dweepte, sprak de
raad honend over'Karstenitis'.
van Verkade albums. Na de onafhankelijkheid
leidde hij het nationale bureau voor stadsplan
ning. Het aantal leden van zijn staf was op de
vingers van een hand te tellen. Het was daarom
voorThijsse en zijn staf ook onmogelijk om voor
alle Indonesische steden bestemmingsplannen
op te zetten. Hij probeerde daarom gemeente
besturen te bewegen zelf een ambtenaar voor
planning in dienst te nemen. Veel stadsbestuur
ders vonden planning echter een luxe en had
den andere prioriteiten. Het gevolg hiervan was
dat woonwijken zich na de onafhankelijkheid
spontaan ontwikkelden. De uitkomst was on
vermijdelijk chaotisch. Echter, dankzij de vrijheid
om zondervergunningte bouwen, hebben veel
migranten naar de stad voor zichzelf huisvesting
kunnen regelen.
hierom honderden huizen vergaren. Het onder
houd moest uit de huur opgebracht worden,
maar uiteraard hadden niet alle eigenaren zin
om zelf het beheer te voeren. Daarvoor werd
een administratiekantoor ingeschakeld. Wie een
huurwoning zocht, kon zich daarom het beste
bij zo'n administratiekantoor vervoegen zonder
te weten wie eigenlijk de huiseigenaar was. Ook
de gemeentes konden een aanzienlijk huizenbe-
zit opbouwen.
Om de huurstijging in de hand te houden, werd
in veel steden een plaatselijke Huurcommis-
sie opgericht. Wanneer er een conflict tussen
verhuurder en huurder rees, kon de verhuurder
naar de Huurcommissie gaan om de hoogst mo
gelijke huur (volgens plaatselijke tarieven) vast
te stellen. Na de onafhankelijkheid waren het
Karsten heeft niet alleen invloed gehad door
zijn bestemmingsplannen, maar ook door zijn
voordrachten en geschriften over stadsplanning.
In zijn verhandelingen benadrukte Karsten dat
verschillende groepen mensen streden om de
beste wijken van de stad. Stadsplanning moest
ervoor zorgen dat alle groeperingen een plek
kregen. Karsten's inzichten klinken door in de
wet op stedelijke planning, die in 1948 werd
afgekondigd. Hijzelf was toen al overleden, be
zweken aan de ontberingen tijdens de Japanse
internering. Zijn werk werd overgenomen door
Jac. P.Thijsse,familie van de beroemde schrijver
Huurwoningen
Veel mensen die naar de stad trokken, zochten
een andere oplossing dan een woning te bou
wen ofte kopen. Zij huurden een woning. Huren
was aantrekkelijk voor twee groepen bewoners.
Ten eerste waren er mensen die zich geen eigen
huis konden veroorloven. Een tweede groep
huurders bestond uit de vele loondienst-amb
tenaren, militairen, geëmployeerden van firma's
die regelmatig werden overgeplaatst. Voor
hen was het te veel rompslomp om een huis
te kopen. Vóór de Japanse inval waren huizen
een goede belegging. Rijke ingezetenen konden
opvallend genoeg de huurders die naar de Huur
commissie stapten om 'de hoogst mogelijke
huur'te vragen. Maar de'hoogst mogelijke huur'
was niet waar ze op uit waren. Een erkende
huurovereenkomst, daar ging het ze om. Wat
was er aan de hand?
Tijdens de Japanse tijd en revolutiejaren waren
huizen verloren gegaan.Tegelijkertijd waren
veel vluchtelingen naar de stad getrokken, die
waren ook op zoek naar woonruimte. Hierdoor
ontstond er, zeker wanneer je het vergelijkt
met de situatie voor de oorlog, een enorme wo
ningnood. Om deze woningnood het hoofd te
september 2004 35