De Indo-subcultuur van Jakarta column Zeffrey Alkatiry De Indonesische schrijvers Zejfry Alkatiri en J J. Rizal schrijven afwisselend een column waarin ze verbanden leggen tussen Batavia en het huidige Jakarta. In 1957 kozen veel Nederlanders en Indo's ervoor om naar Nederland te ver trekken. Maar er was een klein deel dat er voor koos om in Indonesië te blijven. Uit deze kleine groep ken ik een paar mensen; sommige nog van de kleuter school, andere zijn hoogleraar. Wanneer je naar hen kijkt zie je wat de Indo-sub cultuur in een grote stad als Jakarta is. Kike is een vriendinnetje van de kleu terschool. Zij is Indo-Batak en werd door iedereen gezien als een bule en zo ook genoemd door haar vrienden. Wan neer zij wel eens tijdschriften mee naar school nam, waren dat vooral Neder landse tijdschriften als De Lach, Muziek Express en Margriet. Thuis praatten zij soms nog Nederlands. Iedere keer wan neer we afscheid namen zei zij altijd Daaag\ Rudy, een Indo-Javaan, was een goede vriend van me op de basisschool. Ik speelde vaak in zijn grote huis waar iedere middag het rammelende geluid van de piano klonk, het teken dat zijn moeder begonnen was met het geven van pianoles. Thuis hadden ze Tin Tin stripboeken in het Nederlands. Hij was gedisciplineerd, ijverig, netjes, las graag, at aardappels en had een hond als huisdier. Yongky is een Indo-Chinese jongen en huurt een kamer achter mijn huis. Met zijn kuif en strakke broek ziet hij eruit als Elvis. Hij werkt als muzikant in een nachtclub en gaat aan het eind van de middag van huis om naar zijn werk te gaan. Hoewel hij in een band speelt is hij erg beleefd. Altijd wanneer hij mijn vader voor het huis passeert, maakt hij even een praatje. Raymond is een Indo-Menadonees die in Tanah Abang woont. Ik ken hem nog van de middelbare school; een eigen wijs kind. Hij is anders dan Rudy die kalm en belezen is; Raymond houdt van vechten en zoekt ruzie met anderen. Hij is zo omdat zijn ouders hem met een militaire discipline opgevoed hebben. Via hem heb ik vaak gratis films geke ken in de Press Club, een speciale plek voor de Jakartaanse Indo's. Oom Pits (Peters) die getrouwd is met een Cina-Betawivrouw, Tante Oie. Zij kwamen altijd even bij ons langs voor een beleefdheidsbezoekje. Tijdens de lebaran bijvoorbeeld, met kerst en oud en nieuw, gingen we bij Oom Pits en Tante Oie op bezoek. Voor ons kinderen was dat heel saai, want we moesten altijd maar wachten op onze ouders die bridge aan het spelen waren. En dan had je nog Oom Vendrat, een vriend van mijn vader, getrouwd met een knappe Indo-Chinese. Hij kwam vaak op de motor bij ons langs en klets te dan tot in het holst van de nacht met mijn vader, altijd met een glas bier in de hand en nootjes in de buurt. Door Oom Vendrat ken ik de stemmen van Anneke Crönloh, Bianca Pattirane en The Blue Diamonds. Omdat hij bij de KLM werkte kon hij makkelijk aan deze platen komen. De plek waar je als Indo in Jakarta woont zegt iets over je sociale status. De rijke Indo's wonen in de Menteng- buurt,Tamarindelaan, Laan Trivelli (daerah Tanah Abang II en III), Kebon Sirih, Kemayoran Baru en de Kerkstraat, nu Polonia. Terwijl de midden- en onderklasse in Kemayoran, Sawah Besar, Kramat en Manggarai woont. De mannen uit de lagere klassen houden ervan om kettingen en gouden ringen te dragen, een gewoonte die nu wordt overgenomen door Ambonese en Me- nadonese jongeren. De Indo's in Jakarta kennen elkaar vooral van de feestda gen. Dan eten ze speciale gerechten als bruine bonensoep, erwtensoep en oliebollen. Tjalie Robinson heeft ooit gezegd dat de Indo's als deel van een marginale minderheid, hun cultuur geen eigen ka rakter kunnen geven zoals de mestizo- cultuur in Latijns-Amerika. Dat klopt niet helemaal. Langzaam maar zeker krijgt de Indo-subcultuur in Indonesië vorm. Zo zeer zelfs dat deze nu de norm is voor de stedelijke middenklasse, zij nemen meer en meer de gewoonten en levensstijl van de Indo's over. Van de Indo's die in 1950 in Indonesië woonden zijn er steeds minder in leven. Maar hun nakomelingen, de generatie die geboren is in de jaren tachtig, wer ken bijna allemaal in de entertainment industrie. Vooral op tv, als sinetron- acteur of -actrice. Vertaling: S. B. september 2004 37

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 37