ti ft. De zomer is alweer bijna voorbij. Met elk jaar weer de voorbijtrekkende caravans moet ik altijd denken aan ons eerste en laatste kampeergebeuren. In de jaren zestig logeerde ik veel bij mijn oom en tante in Losser. Zij hadden een boerderij en het landelijk leven beviel mij zo dat ik elk jaar weer terug kwam. DOOR CISKA CRESS O FOTOGRAFIE SERGE LIGTENBERG Culinair met Ciska Cress Op een gegeven moment wilden mijn ouders en hun vrienden komen kamperen op het land van mijn oom en tante. Zogezegd, zogedaan. Er werden twee tenten gehuurd, geleend of gekocht, ik weet het niet meer, en ook voor de kinderen werd een tent meege nomen. Maar ik had al besloten om toch maar niet in de tent te slapen. Ik kon gewoon in bed bij mijn nichtjes slapen. De tenten waren ook zo klein en je vrijheid werd beperkt wanneer je bij je ouders in zo'n tent kroop. Maar mijn ouders en hun vrienden wilden persé in zo'n tent kruipen. Na met veel moeite de tenten opgezet te heb ben (ik denk dat het voor iedereen de eerste keer was), waren de volwassenen doodmoe en wilden gaan slapen. Maar wij kinderen waren nog wakker en smeedden een plan om ze te laten schrikken. Giechelend hebben wij midden in de nacht een paar krielkipjes uit het kippenhok gepakt en in hun tenten losgelaten. Door het gegil en gekrijs in de ten ten kwamen we niet meer bij van het lachen. Ons plan was gelukt! Maar toen even later de vriendin van mijn ouders gillend en krijsend uit haar tent kwam, kregen wij de schrik van ons leven. Wij wisten niet dat zij een vals gebit had en een pruik droeg. Met een schijn werper op haar gericht schrokken wij ons dood en renden als gekken weg. Het beeld van die vriendin met korte rechtopstaande haren en zonder gebit, staat in ons geheugen gegrift. Ze leek wel honderdtwintig jaar! Met de schrik om ons hart kropen wij in bed en de volgende dag kregen we op onze donder. En mijn moeder? Die wilde nooit meer in een tent slapen.Toch was het wel een leuke week. 's Middags slachtten we een paar kippen en 's avonds maakten we een groot kampvuur waar we de kippen op barbecueden. Mijn moeder maakte een kecap-sambalsausje en toen de kippen gaar waren goten we de saus er overheen. Mijn tante kookte de rijst in de keuken en maakte sambal tomaat en heel veel kom kommer, zo van het land, gesneden als lalap ketimun. Op het kleine balkonnetje dat ik nu heb kan ik niet meer barbecuen.Tegenwoor dig haal ik op de markt een kant-en-klaar gegrilde kip. Met het kecap-sambalsausje smaakt het weer net als vroeger. Ciska Cress 40

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 40