De kris versus de kameleon O DOOR G.M. SCHOUTEN Al ruim een week word ik geplaagd door een niet weg te werken schuldgevoel. Bijna vijftien jaar is één van mijn hobby's het houden en kweken van kameleons. De Calyptratus soort is mijn favoriet. Wanneer het weer (de zon) en de buitentemperatuur het maar even toelaten, gaat de hele familie kameleons naar buiten. In een samengebracht takkenstelsel van de krulhazelaar genieten de dieren en hebben ze veel klimmogelijkheden. Om te voorko men dat ze ongezien in de tuin verdwijnen, heb ik rond het takkenstel sel een golfplaat constructie gebouwd van zo'n veertig centimeter hoog. Sneller, vlugger Maar op een wat sombere namiddag, nadat ik de zonaanbidders terug had in hun terraria, miste ik er toch één. Het gras binnen de omheining was relatief hoog, dus trok ik de hoge grassprieten met de hand los, verzamelde ze op een keurige hoop, maar helaas geen kameleon te bespeuren. Mijn vrouw ter assistentie geroepen, maar ook zij kon niets ontdekken. Ruim een uur later nogmaals intensief gezocht. Wederom zonder resultaat. De volgende morgen opnieuw kijken, zoeken, speuren, maar weer niets. Misschien moet het ingekorte gras nog lager worden afgesne den? De grasschaar (elektrisch) komt er aan te pas. Resultaat? Vergeet het maar. De grasschaar heeft zijn stroom verbruikt, is uitgeput, net zo als deze teleurgestelde schrijver. Gelukkig hebben wij kortgeleden een nieuwe, betere schaar aange schaft. Deze wordt ingezet. Met resultaat: sneller, vlugger. Stom, stom Zou de kris (semangat) mijn haast irreëel denken inwilligen? Met die gedachte spelend deed ik die donderdagavond bij de aangestoken wierookstaafjes toch mijn gebed. Het zou toch echt een Gods wonder zijn wanneer mijn verzoek zou worden verstaan en ook nog worden ingewilligd. Had ik bij het afsnijden van het gras maar mijn hand enkele centimeters voor de snelle schaar gehouden, helaas, stom, stom, stom. Ik stoot met de punt van de grasschaar op de kameleon die tot op de aarde was weggekropen. Het arme diertje is aan zijn linker achterpoot ernstig verwond. Het pootje bengelt er nog wel aan, maar het ziet er hopeloos uit. Met koud water het bloed gestelpt en met Betadinedruppels de wond ontsmet. Pootje met hulp van mijn vrouw gespalkt en het diertje in zijn terrarium terug geplaatst. Rijst bij mij de vraag: heeft het verzoek, de smeekbede aan de kris (semangat) gehoor gevonden? Had ik duide lijker moeten zijn toen ik in wanhoop de kris mijn haast onmogelijk ver zoek deed? Moet ik mijn stom en verkeerd handelen mezelf verwijten? Wroeging en schuldgevoelens, ik lijd er nog steeds onder. Het verhaal heb ik aan het papier toevertrouwd en houd er voorzichtig rekening mee dat een trouwe Moesson-lezer mijn verhaal kan begrijpen.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 44