verdriet dat zij lange tijd met zich mee zal dragen. Rath raakt geëmotioneerd als hij zijn herinneringen vertelt. Niet alleen over zijn eigen situatie, maar ook over de ellende van anderen die hij in die tijd met zijn eigen ogen heeft gezien. Over moeilijke tijden vertelt Rath niet graag. Niet omdat hij ze wil verzwijgen, maar omdat hij niet teveel in het verleden wil blijven hangen. Zijn naastenliefde is uitein delijk altijd sterker gebleken dan zijn verdriet. Onveilig Na de bersiap en onafhankelijkheid loopt Indonesië langzaam leeg. Indo's moeten kiezen: Nederlander of Indonesiër. Maar veel mensen kunnen hun Nederlanderschap niet of niet meer bewijzen, sommi gen zijn door hun vader immers nooit erkend. Staatlozen, zoals Henk Rath ze noemt, geen Nederlander en geen Indonesiër, verstoken van alle hulp. Er heerst een hoop armoe en ellende. Henk Rath vertelt van een schrijnend geval, dat hij samen met zijn vrouw zag in kampong Tjitjadas: 'Tussen licht en donker liepen wij daar, toen we een meisje van ongeveer veertien jaar tegenkwamen met een oudere Chinees. Wat ga je doen?, vroeg ik. Ik moet van mijn vader met deze meneer mee, antwoordde zij. 's Ochtends in alle vroegte kwamen we haar weer tegen. Mijn vrouw kon wel huilen.' Henk Rath helpt. Samen met twee vrienden, Hendrik Jacobs en Carel Babock, zoeken ze publiciteit en hulp in Nederland. Dat lukt. De Tele graaf plaatst foto's en Vereniging Pro Patria stuurt hulpgoederen. Maar dan, op i januari 1954, wordt Rath door de Indonesische politie gevangen genomen op verdenking van spionage voor de zogenaamde

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 48