'Mensen vragen wel eens: Kan er nooit eens iets normaal in jouw leven?' debuut als journaliste heeft ze dan al lang gemaakt. In 1988 richt ze Matadora Productions op, een tekstbureau dat boeken, artikelen, repor tages en interviews verzorgt op het gebied van sport, muziek en kunst. Daarnaast is ze tv-presentator, commentator en verslaggever voor Stu dio Sport. Halverwege de jaren negentig stapt ze over naar RTL en Ca nal Pius.'De meeste mensen kennen me toch van Studio Sport, wat me telkens verwondert, want ik heb veel langer voor RTL 4 en 5 gewerkt,' aldus Griselda. In diezelfde periode begint ze SportReport/WorldReport, een productiebureau voor sportinterviews en -programma's. Klanten zijn vooral buitenlandse televisiezenders als CNN en ESPN.Ten slotte publiceert ze als schrijvend journaliste in diverse buitenlandse bladen. Lezen en schrijven ('ik moet voortdurend iets te lezen hebben') loopt als een rode draad door al haar bezigheden heen. Griselda:'AI mijn andere interesses zijn ondergeschikt aan mijn behoefte om te schrij ven. Van daaruit waaieren mijn verdere bezigheden zich uit. Ik wil de andere kant van de schutting zien. Dat is altijd al zo geweest.' Ongepast Vanwaar nu een Indisch boek? Griselda: 'Om je de waarheid te zeggen, liep ik al jaren met het idee rond om vrouwen van de eerste generatie te portretteren. In de eerste plaats mijn eigen oma. Zij heeft zoveel invloed op mij gehad, door haar liefde voor reizen en haar kijk op het leven. Maar ik was altijd maar druk, druk, druk met andere dingen. Ove rigens was er nog iets wat me tegenhield om ronduit vragen te stellen: het leek ongepast. Veel van mijn generatiegenoten zullen dit herken nen; ondanks mijn journalistieke ervaringen, durfde ik mijn eigen oma niet te vragen naar wat ik wel heel graag wilde weten. En nu is het te laat; ze is gestorven.' 'Tegelijkertijd voel ik een soort verantwoordelijkheid om mijn steentje bij te dragen, want het leven van deze mensen kan niet genoeg be schreven worden. De eerste generatie is opgegroeid in een wereld die alleen nog bestaat in de hoofden van hen die toen geleefd hebben. Het komt erop neer dat ik heel graag wil weten wat deze vrouwen hun kin deren en kleinkinderen hebben meegegeven. Het gaat om thema's als respect, naastenliefde en zelfbewustheid. Mijn behoefte om te boek staven, maakt meen ik deel uit van een algehele overtuiging die heerst onder Indische jongeren: de eerste generatie verdient erkenning.' Belanda hitam In het kielzog van Dochters van de Archipel zal in mei volgend jaar In het voetspoor van 'De Ponter'verschijnen. 'Dit volgende boek gaat over mijn zoektocht naar de Afrikaanse stamvader van mijn moeders familie. Het heeft veel losgemaakt bij de familie zelf. Ik had verschillende familieleden al gewaarschuwd: Ik kom bij je langs, hoor, met een microfoon! Ze zijn gaan nadenken over hun herinneringen aan Java en langzaam maar zeker begon iedereen steeds meer te vertellen. Er is iets gebeurd, iedereen kwam los en is ineens gaan praten, met plezier.' 'De ontdekking van ons Afrikaanse bloed heeft alles te maken met de ontmoeting met mevrouw Cordus-Klink, van wie ik het verhaal verwerkt heb in Dochters van de Archipel. Zij vertelde me dat ze een "oom Molemans" gekend heeft in het zogenoemde Afrikaanse Kamp in Poerworedjo. Ik was zo verbijsterd dat ik meteen naar het Nationaal Archief in Den Haag ben gereden en daar de stamboeken heb gevon den die tot de ontdekking van de Afrikaanse stamvader hebben geleid. Vervolgens heb ik mijn moeder op haar 65ste verjaardag een kopie van het stamboek van de eerste Molemans overhandigd. Ze wist niet wat haar overkwam. Ik ben die geschiedenis toen helemaal ingedoken. Ik kan me voorstellen dat iemand zegt: Het kan nooit eens normaal met jou, maar de drang om kennis te verzamelen, is sterker dan mezelf. En als je er niet gelijk werk van maakt, zul je zien dat het er niet meer van komt. Vandaar dat ik naar het dorpje Ouomsom in Burkina Faso ben afgereisd. Daar heb ik ontdekt dat mijn betovergrootvader dorps hoofd was, ontvoerd is in 1840 en verkocht aan het Nederlands-Indisch leger. Het boek beschrijft de lotgevallen van hem, zijn zoon en diens kleinzoon op Java. 'En, of er geen toeval bestaat, liep er een derde project parallel: afgelopen winter kreeg ik een research-opdracht van Teleac voor de televisieserie Met vlag en rimpel: Erfgenamen van Indië, die vanaf eind november van start gaat. Na twee eerdere series over voorma lige rijksgenoten in Suriname en op de Antillen, gaat het laatste deel over Molukkers, Papoea's en Indische Nederlanders. Het bijbehorende boekje heb ik samengesteld op basis van de tv-interviews.' Negers Griselda gebruikt met opzet tegenwoordig de naam van haar moeder - Molemans - en niet die van haar vader - Visser. 'Ja, dat is wel een beetje sneu voor mijn lieve vader. Een praktische overweging was dat ik last had van het Swiebertje-effect; iedereen kende mij als de sportverslaggeefster. Wanneer ik eens een andere op dracht wilde binnenhalen, kreeg ik vaak te horen: Jij hebt voetbal op je voorhoofd getatoeëerd. De naam die ik had opgebouwd, beperkte mijn verdere loopbaan. Ik werd knettergek van de vooroordelen.' 'Mijn vader. Hij is Surinaams-Creools en voor een groot deel opgegroeid op Curacao. Toen hij in de jaren vijftig naar Nederland kwam, heeft hij net als mijn moeder veel moeten overwinnen. Die kent geen Neder lands, dachten ze, dus stuurden ze hem aanvankelijk naar de MULO. Een week later kon hij door naar de HBS. Ook hij moest telkens voor zichzelf opkomen.Toen hij beginjaren zestig een tandartsenpraktijk opende in Castricum moesten mijn ouders - zo ging dat toen - hun 14 moesson

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 14