Het Instituut Oranje in Bangkok 1946 Op 4 februari 1946 wordt in Bangkok een Nederlandse lagere en middelbare school geopend. In de vijf maanden van haar bestaan (de school sluit op 29 juni 1946) volgen een paar honderd leerlingen onder wijs en doen er zelfs drie eindexamen. Over het hoe en waarom van dit tijdelijke instituut. DOOR LIESBETH DOLK Orde in een tijd van chaos Midden december 1945, vier maanden na de capitulatie van Japan, bevinden zich in kampen verspreid over Siam ruim tienduizend Neder landse ex-krijgsgevangenen. Vanuit de interneringskampen op Java zullen in die maand nog eens duizenden vrouwen en kinderen vanuit Java naar Siam geëvacueerd worden. De situatie is, vooral op Mid- den-Java, levensgevaarlijk. In Siam hopen de evacués spoedig met hun mannen en vaders herenigd te worden om uiteindelijk naar Holland te repatriëren, ofwel terug te gaan naar Indonesië. Een daadwerkelijke terugkeer kan echter, vanwege gebrek aan scheepstransporten, nog wel enige tijd op zich laten wachten. Zodra in Siam bekend wordt dat deze evacuaties plaats gaan vinden, neemt het hoofdkwartier van de Nederlandse troepen aldaar een besluit: voor de geëvacueerde kinderen, al drieëneenhalf jaar versto ken van lessen, dient zo spoedig mogelijk onderwijs georganiseerd te worden. Er wordt een kantoof-otlcTerwijszaken opgericht, dat een coördinerende functie krijgt. Er komt een lijst van de beschikbare leerkrachten in Siam. In schriftelijk overleg met het departement van onderwijs en eredienst te Batavia worden met groot enthousiasme in korte tijd leerplannen opgesteld. Beperkte leerplannen, want het gaat immers om leerlingen die niet meer aan schoolgaan gewend zijn, en er geestelijk en fysiek niet al te best aan toe zijn.Toch wil men proberen hen zo goed mogelijk voor te bereiden op het onderwijs dat ze straks in ■4 Nederland of Indonesië weer verplicht zullen moeten volgen. Een leeg schoolcomplex Leermiddelen worden bijeengezocht. Docenten schuimen winkels in Bangkok af op zoek naar Engelse en Franse leerboeken. Met een tikrriaehine, geleend van het hoofdkwartier, worden hoofdstukken overgetypt en op stencil gezet^Binnenërle-wëkeïf lukt het om lessen te starten in de verschillende kampen en hotels in Bangkok, Nakorn Pathom en Tamuan, waar de inmiddels gearriveerde vrouwen en kinderen bij de mannen zijn ondergebracht. Voorlopig is dit een goede start. Maar voor Bangkok wordt er verder gezocht naar een geschikte plek waar in ieder geval het middelbaar onderwijs gecentraliseerd kan worden. In Soi Sap, een zijstraat van Suriwong Road, vindt men een leeg schoolcomplex. Het bestaat uit een kantoorgebouw omringd door houten verdiepingsbarakken, een grote eetzaal met een keuken en een zwembadje. Het complex, sterk verwaarloosd, wordt met eenvoudige middelen opgeknapt en ingericht. Op 4 februari 1946 is de officiële opening. De barakken zullen de komende vijf maanden een centrum voor (lager en) middelbaar onderwijs in Bangkok vormen 'met interna ten voor jongens en meisjes en onder beproefde en goede leiding'. De school krijgt de naam Instituut Oranje. Een week na de opening zijn 135 leerlingen ingeschreven voor het mid delbaar onderwijs, van wie ongeveer dé helft in het internaat woont. Nog eens zo'n 135 kinderen volgen er lager onderwijs. Vrijwel alle docenten wonen met hun gezinnen in het instituut. De sfeer is goed. Een schaak club, een studieclub en een microscoopclub worden opgericht. Er is honger naar kennis, er is ijver en veel goede wil, maar het blijft moeilijk de licht verwilderde kampkinderen in het gareel te krijgen.'Orde en netheid lieten in den beginne zeer veel te wensen overschrijft de leidster van het meisjesinternaat in haar verslag over de eerste periode in het instituut. 'Door het kampleven gedurende de Japanse bezetting hebben de meisjes in een dusdanige rommel gezeten.dat ze niet meer weten, wat huiselijk heid en gezelligheid betekenen.' De jongens ontbreekt het vooral aan --■goede manieren'en 'plichtsbesef'. De gezamenlijke maaltijden in de eetzaal ('alles wordt gedaan om de gerechten zo smakelijk mogelijk op te dienen', schrijft de kamparts), het pittige lesrooster en het dagelijkse toezicht bij het maken van het huiswerk moeten regelmaat en discipline brengen. Maar alles met mate.'Er mag geen schade naar lichaam en geest moesson

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 18