Poirrié's perikelen
Jeukende littekens
Agenda
f'l
november-december
Foto's van Cees Taillie
Schilderijen van Louis
Nagelkerke
Kimono's
tips@moesson.com
Sjaak zegt alles recht voor z'n raap,
daarom stoot hij regelmatig z'n kop.
Hij wordt ook vaak voor een dwarslig
ger uitgemaakt, maar dat is niet juist. Sjaak
heeft alleen de pech dat hij erg sociaalvoe
lend is, en veel te waarheidlievend voor deze
wereld.
Sjaak is tegen zijn zin in Indië geweest. Hij
zat bij een dienstplichtig bataljon dat tot de
hekkensluiters van het Nederlandse ingrijpen
behoorde. Volgens zijn vrouw Trees, met wie
hij toen nog verloofd was, was het een wonder
dat Sjaak niet om de haverklap in de bak zat
vanwege zijn opruiende taal. Uit zijn brieven
had ze tenminste kunnen opmaken dat hij
daar veelvuldig lucht gaf aan zijn afwijzing
van het Nederlandse beleid en zijn compassie
met de bevolking van het land. Althans met
de onderliggende massa, want die genoot
weinig van de vette jaren en leed des te meer
van de magere jaren. Wat Sjaak haar ook had
geschreven, was dat hij tijdens het vragenuur
tje van een uit Holland overgekomen politicus
voor flinke commotie had gezorgd. Geërgerd
door de bijna wervende taal van de in hagel
nieuw tropenkostuum gestoken partijvoor
man had hij gevraagd of diens koempoelan
wel besefte wat hier gebeurde. Dat er een
heleboel goeie mensen in een failliete toko
werden achtergelaten, dat ze die sloebers
eerst hadden gebruikt om ze daarna in hun
eigen sop te laten gaar koken. Dat werd Sjaak
niet in dank afgenomen, maar zo was hij nu
eenmaal, hij nam geen blad voor de mond. En
als hij ook maar even dacht dat Jan met de Pet
als Kop van Jut werd gebruikt, kreeg hij een
rode waas voor de ogen. Daarom kreeg hij ook
een enorme optater van de kille ontvangst die
hij en zijn dienstplichtige makkers bij thuis
komst kregen. Immer bereid voor een ander
in de bres te springen, viel het hem ook vies
tegen dat zijn oude baas hem liet zitten. Maar
Sjaak liet niet af en het was aan zijn doorzet
tingsvermogen en twee rechter handen te
danken dat hij bij een groot elektronicabedrijf
binnen wist te komen en tot afdelingschef te
brengen.
Toen we met Sjaak en Trees kennismaakten,
was dat allemaal al verleden tijd. Ze woonden
in een net rijtjeshuis in Tilburg en konden
zich het genoegen smaken dat hun drie kin
deren en vier kleinkinderen het goed deden.
Sjaak kon daar honderduit over praten, maar
over het werk liet hij aanvankelijk niets los.
Daar begon hij pas later over, toen we elkaar
wat beter kenden. Het was geen successtory
en had met het fusievirus te maken. Niemand
had de bui zien hangen, vertelde Sjaak.
Daarom begon het behoorlijk te rommelen
toen de eerste druppels vielen en de geluiden
over overplaatsingen, afvloeiingen en ontsla
gen opklonken. Kort en goed: Sjaak die, hoe
kon het anders, een functie bij de vakbond
had, moest tot zijn leedwezen meemaken
dat het weer dezelfden waren die het hardst
moesten hollen om droog te blijven. Zich met
hart en ziel inzettend voor vooral de man op
werkvloer, werd het hem alras duidelijk dat
hij niet op de medewerking van zijn col
lega's hoefde te rekenen. Bang als ze waren
voor hun eigen hachje, zochten die een goed
heenkomen en lieten hem in de kou staan.
Zo kon het gebeuren dat na een periode van
verwoede achterhoedegevechten het doek viel
voor Sjaak en vele andere overbodig geworden
werknemers. Gesteld voor een keus die hun
eigenlijk weinig keus liet, kwam het meren
deel van de regen in de drup. Na ruim dertig
jaren van toewijding aan en vertrouwen in
het bedrijf, kon Sjaak dat niet verkroppen
en streek de vlag. Een logisch vervolg zou
moeten zijn dat Sjaak in wrok zijn dagen zou
slijten, maar niets is minder waar. Hij en Trees
wonen nog steeds in hun nette rijtjeshuis en
hebben het goed naar de zin. Soms gaan ze
een paar dagen met z'n tweetjes op stap, maar
ze zijn ook vaak bij hun kinderen en kleinkin
deren te vinden want die wonen in de buurt.
Ze genieten volop van hun AOW en Sjaak
lijkt nergens last meer van te hebben. Maar
toen ik hem een keer belde en vertelde over
een leuk voorstel dat me door een vertrouwd
iemand was gedaan, zei hij zonder aarzelen:
Kijkje wel een beetje uit, ouwe peloppor?
Hele wereldrijken zijn ten onder gegaan aan
het bouwen op zogenaamde vertrouwelingen.
Hou het maar op je eigen gezin. Ik denk dat
Sjaak's littekens soms nog een beetje jeuken.
Jack Poirrié groeide
op in Batoeradja en
woont sinds 1951
in Nederland. Elke
maand schrijft Jack
Poirrié in Moesson
over zijn perikelen.
Reizend door Indonesië tussen 1946 en
1949, maakte de jonge militair Cees Taillie
duizenden foto's. Stuk voor stuk unieke
documenten van deze roerige periode.
Tropenmuseum-Galerie, Linnaeusstraat 2, Amsterdam.
Meer info: 020 - 568 84 22 of www.tropenmuseum.nl
Louis Nagelkerke schildert Indonesische ta
ferelen, vooral mens, mystiek en natuur van
Bali. Opening expositie: zondag 7 november
van 14.00 tot 16.00 uur.
Locatie: Amadeus Art, Prinses Julianaplein
66 in Amersfoort.
Meer info: 013-51811 79ofwww.amadeusart.nl
In het Wereldmuseum in Rotterdam wor
den diverse kimono's en andere Japanse
textielkunst getoond, allemaal in de kleur
november 2004 27